United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij hebben nog bijna ongeschonden haar oorspronkelijk voorkomen, haar antiek romaansch karakter behouden; ja, soms zelfs nog gedeelten van den eersten bouw. Zoo bezit Sint-Jan, eene stichting van den geweldigen bisschop Notger, nog haar ouden byzantijnschen toren, en heeft zij nog, hoewel in de achttiende eeuw geheel herbouwd, den achtkantigen vorm bewaard, aan den dom van Aken ontleend.

Aan de Berbers is het te danken, dat wij nu nog vóór onze deur hebben, zoo antiek, zoo barbaarsch en zoo schilderachtig, als men er enkel een in de ontoegankelijkste deelen der wereld zou verwachten, een land, dat den reiziger een paar uren, nadat hij Europa heeft verlaten, onmiddellijk in een bekoorlijke, verwarrend vreemde wereld brengt.

En in hare harde levenskracht schijnt ze te vergeten, dat scherf en ruïne schoonheid kunnen zijn, en dat de ziel van die schoonheid toch blijft: de weemoed van hun verleden... Want die weemoed roert haar niet en tusschen hare ruïnes bouwde zij zich weêr op en wat er van hare ruïnes overbleef, gebruikte zij soms praktisch: hare tempels werden kerken, uit wat zij overhield aan antiek marmer trok zij nieuwe paleizen omhoog.... Tot op onzen modernen tijd toe is zij vitaal gebleven, en dit vitale heeft iets onsympathieks, iets hards, iets, dat afweert en geene innigheid verlangt en geene weekheid dulden kan, en strak blijft zien, met droge oogen.

Zijn rok was van een buitengewoon antiek model, en tamelijk kaal en glimmend, terwijl er zich op de rechterpijp van zijn pantalon die mede geenszins nieuw was juist tegen het scheenbeen een bijzonder groote vlak bevond, waarin zich reeds sedert lang veel stof moest verzameld hebben.

Ondanks alle moeite en de meest beleefde verzoeken, is het ons niet mogen gelukken, toegang te verkrijgen, hetzij tot de masdjed Djoema, een antiek gebouw, dat in grooten reuk van heiligheid staat, hetzij tot het grafmonument van Abdoella Banoe. Op allerlei wijze laat men ons gevoelen, dat wij hier eigenlijk te veel zijn en dat men niets liever wenscht dan ons te zien vertrekken.

Barend was de oudste, de meester-knecht van den bloemist, bij wien wij waren afgestapt; een man van een, in zijn stand, allereerwaardigst voorkomen. Hij was niet groot van gestalte, en droeg een blauw wambuis van een antiek snit, een korte broek, grijze kousen en groote vierkante zilveren kuit- en schoengespen; zijn wit voorschoot was in de schuinte opgenomen.

Die schoorsteen is van dezen tijd, nagemaakt antiek, wondermooi werk van de haagsche firma Mutters, terwijl in een ander vertrek het witsel, dat de oude bekleeding van een schouw bedekte, met zorg is verwijderd, zoodat het heerlijke beeldhouwwerk weer in al zijn fijnheid van uitvoering voor den dag komt.

In haar voorkomen en hare kleeding was iets antiek edels, en haar fijn besneden gelaat bezat een kinderlijke, waarlijk roerende schoonheid. Hoe bedroevend, dat ook deze in het riool van een harem verlaagd zal worden! Ik kan er geen zachter woord voor vinden, als ik aan den aard en den gewonen toestand van die vrouwenverblijven en de aangeboren schoonheid van dit jeugdige schepsel denk.

Na er een half uurtje rond gewandeld te hebben en hier en daar een gesprek met amateurhengelaars gehouden te hebben, liet ik weder een rijtuig komen, en kreeg ditmaal een kariol; maar o spot! dit antiek rijtuigje was splinternieuw, netjes gelakt en achterop prijkten in vergulde letters de woorden: Thos. Cook Sons London.

Van de West-Friesche dracht is niets meer overgebleven, dan de kap en het oorijzer, en eenige typeerende lijfssieraden, die door de vrouwen gedragen worden, benevens een algemeene costumeering, die niet heelemaal stadsch, noch heelemaal boersch is, niet nieuwerwets, noch werkelijk antiek.