United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik verg dan ook in naam van al de slavenbezitters, die zich nimmer aan het juk zullen onderwerpen, hetwelk de Noordelijken hen wenschen op te leggen, dat men hem gevangenneme, om hem onschadelijk te maken!" »Ja!... Ja!..." riepen al de aanhangers van Texar, terwijl een gedeelte van de aanwezigen tevergeefs poogde te protesteeren tegen zulk een niet te qualificeeren eisch.

Pieter en Louise beweenden hun éénig kind. Verg mij niet, dat ik schetse, hoe het paar me bij het rouwbeklag ontving Louise, die luttel maanden het leven des harten had gekend, scheen versteend; slechts van tijd tot tijd gaf zij teeken van bewustzijn door op te zien! En Pieter?

HELENA. Steeds, in den tempel, in de stad, in 't veld, Doet gij mij leed aan. Foei, Demetrius! Uw smaadlijk doen werpt op mijn kunne een smet; De man voer' strijd om liefde, niet de maagd; Die verg' geen min, om min zij haar gevraagd. Toch volg ik, en tot hemel wordt mijn hel, Mag 't zijn, dat uw geliefde hand mij vell'!

Bl. 160. In den jaare 1535. Verg. Wins. fol. 506; Schot. 664 volgg.; Egg. Beninga, die echter zeer onvolledig is in zijn verhaal. O. van Scharl op 't jaar 1535; Gabbema, Verh. van Leeuwaarden, bl. 365 volgg.

Doch bovendien: bij de door F. genoemde plaatsen is door VERDAM in zijne recensie van F.'s werk nog eene treffende plaats gevoegd nl.: Alex., VIII, 315 te verg. met Rein., 1589. VERDAM schijnt niet te hebben opgemerkt of der vermelding waard geacht, dat de rijmen dier verzen: oghen || ghedoghen in datzelfde boek nog tweemaal voorkomen: VIII, 251-2, 751-2.

Verg hem niet, dat hij zijn kroost op die der armen zende: zijn buurman, de blikslager doet het niet eens! "Als de armoede de deur inkomt, dan vliegt de liefde het venster uit," zeiden onze vaderen, maar men went niet aan den ruwer toon, dien zij voert.

Verg. de Inleiding van mijn Tafereel van den Watervloed, bl. XLI en XLII; Scheltema, Staatk. Historiae, L. III, en Chron. XVI boek. Over het Kolonels- of Roblesdiep, Tegenw. Staat van Friesland, II. 228. Bl. 181. Ao 1576. Joachim Hopperus.

Ook Luden in zijne Allgemeine Geschichte der Völker und Staaten des Mittelalters, is ten dezen niet genoeg aan te bevelen. Verg. Styl, Opkomst en Bloei der Nederlanden, bl. 28; Tegenwoordige Staat van Friesland, I. 312; West., Jaarb. I. 209; Cerisier, Geschiedenis der Nederlanden, I. 209. Verg. Schot. Fr. Hist. bl. 92; Egger. Beninga, Kronijk, bl. 101; Dumbar, Analecta, I. 333. Vergel.

Over deze gebeurtenissen is verschillend geschreven, en men heeft het bij waarschijnlijkheid moeten laten blijven. Verg. S. Jarichs, Beninga en Emmius. Bl. 128. Ao 1478. Haijo te Westerwolde. Hajo Addinga van Westerwolde had eed en hulde aan den Bisschop van Munster gedaan, en volgde zijnen vader in het leen van Westerwolde op.

Limb., XI, 67 vlgg. te verg. met BLOMMAERT, Oudvl. Ged., I, 6 vlgg. Limb., IV, 1057-'69; 1298 vlgg.; III, 1159 vlgg. Limb., III, 1248 vlgg.; V, 2105 vlgg.; VI, 59; VIII, 822 vlgg.; X, 279 vlgg. Vgl. de uitgave van WILLEMS, Introd., VIII. Misschien was de berijmer ooggetuige.