United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer wij dan, met billijken eerbied voor ouderdom van jaren, het eerst zullen noemen, die het eerst in het licht verschenen zijn, dan dient het allereerst gewaagd van het werk van den ouden Grammaticus, hetwelk GABBEMA, in het tweede deel zijner uitgave van GIJSBERT JAPIX, heeft opgenomen . Het heeft betrekking tot het Landfriesch uit het midden der 16de eeuw: na de formatie van het meervoud der naamwoorden opgegeven te hebben, beuzelt de schrijver over de geslachten en naamvallen, wier bestaan hij, op den enkelen genitivus na, slecht weg ontkent, alsmede over de formatie van de vergelijkende trappen en de getallen der bijvoegelijke naamwoorden, over de verkleiningsvormen, de artikels en de telwoorden; alles zeer kort en oppervlakkig.

Het jaar te voren schrijven de kronijken van eene groote zonsverduistering, gevolgd door geweldigen hagel, in welk onweer de Edelman Sixtus Botnia met zijne vrouw zou zijn omgekomen, alsmede Douwe Galama en Jolke Taijkama. Over den vloed van 1230, zie Gabbema, Watervloeden, bl. 70; Wins. fol. 163; F. Sjoerds, Jaarb.

Jaarb., die daarmede het derde Tijdperk en het tweede Stuk van zijn werk eindigt, waarmede hij den beoefenaren der Geschiedenis eene gewigtige dienst heeft bewezen, Petr. Thab. op dezelfde jaren. Bl. 133. Ao 1496. Onder den Oversten Fox. Nittert of Nuttert Fox, volgens Gabbema in Frankenland geboren, was bevelhebber van eene bende de Groote Garde genaamd.

Zie Gabbema, Verh. van Leeuw. bl. 457, die den 7 of 16 van Wintermaand noemt, gelijk ook Wins. en Schot. schrijven, terwijl September moet worden gesteld. Verg. ook ten dezen het Iets over de Kerken, kloosters en voormalige gasthuizen binnen Leeuwarden, van den Heer van Halmael, geplaatst in het Mengelw. der Leeuward. Courant van den 14 Augustus 1832. Bl. 178. Ao 1574. Casper Robles.

Vitus Draaksdorp of Traxdorp, was, bij afwezigheid van Hertog Georg, Opperbevelhebber over het krijgsvolk. Verg. Archief van Visser en Amersf. II. st. bl. 112; Aantt. op bl. 169. Bl. 146. In den jaare 1511. Zie Gabbema, bl. 265; Winsemius op dit jaar. Bl. 147, 149. Ao 1514. Den 21 van July. Hier na heeft Graaf Edzard. Verg. Tegenw.

Heldendaden ter Zee, I 92; Napjus, Sneek, 40; Gabbema, Leeuw. 336, 342; van Leeuwen, Kronyk, 152, 435; Greidanus, Naaml. der Franek. Pred. 64; benevens eene verh. in de Prov. Friesche Cour. 1851, N^o. 6 env. het uitvoerigste en beste stuk over dit onderwerp.

In de onuitgegeven Kronijk van Worp van Thabor, Lib. I. cap. 2, wordt hierover uitgewijd. Zie Hamconius, Frisia, fol 8; Gabbema, Verh. van Leeuw., bl 13; Alkemade, Displegtigheden, II. 408 volgg. Bl. 7. Ao 245. Adelingen.

Indien men onderstellen mag dat Hamconius, en in navolging Gabbema, met zijne gewone onnaauwkeurigheid in taalkundige onderwerpen, Hornspil in Horspil bedorven hebben, is de verklaring van Hoekstra volkomen juist. Bij v. Alkemade, in Nederl.

Het is zoo; wanneer wij het groot getal verzenmakers, als: WIJBRAND MICHIELS, PETRUS BAARDT, T. SONNEMA, HENDRIK RINTJES, VITUS RINGERS, HERO GALAMA, FOPPE FOPPESZOON JUNIOR, GABBEMA enz. uit de 17e eeuw, gelijk FRANÇOIS HALMA, ROELOF ROUKEMA, WIJBRANDUS DE GEEST, MAGDALENA POLLIUS, JETSKE REINOU VAN DER MALEN, EELKE MEINDERTS, CLARA FEIJOENA VAN SIJTZAMA, JOAN SANDE, JAN AUKES BAKKER, SYMEN en JAN ALTHUYSEN enz. uit de 18e eeuw, wier verzen om de onderwerpen of hunne zedelijke of godsdienstige strekking den bijval verwierven van hunne tijdgenooten, niet gelijk willen stellen met hen, wier verheffing, smaak en gevoel hun aanspraak geeft op den naam van Dichter, in den hoogeren zin van dat woord, dan bepaalt dit getal zich tot weinige personen.

Het verhaal van dezen twist tusschen Floris II en den Frieschen Edelman Galama is naauwkeurig opgeteekend door Gabbema in zijne Watervloeden, p. 50 en 51, en bij de Kronijkschrijvers met eenige kleine veranderingen vermeld. Zie Tegenw. Staat van Friesland, I. 315; F. Sjoerds, Jaarb. Bilderdyk, altijd kwaadaardigst tegen Wagenaar, zegt in zijne Gesch. des Vaderl.