United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zie deze en verder hiertoe betrekkelijke stukken in het Charterboek, V 888, 892, 931 env. Werkelijk hebben deze Heeren, in vereeniging met den Stadhouder en daarna met eenige leden van het Hof, geene moeite onbeproefd gelaten, om dit doel te bereiken, waartoe zij onderscheidene voorstellen, reglementen en 105 punten van reformatie voordroegen.

In het volgende jaar 1667 wischte hij echter door zijn stouten togt naar Chattam de smet dezer nederlaag uit, en werden de Engelschen gedwongen tot vrede, die nog in dat jaar te Breda werd gesloten . DE JONGE, II b 336, 344 env.; WAGENAAR, XIII 210; Holl. Mercurius, 115; AITZEMA, XII 97; BRANDT, 515.

AITZEMA, Saken van Staet en Oorlogh, 4^o. VII 205 env. WAGENAAR, Vaderl. Historie, XII 153. Charterboek, V 575 en vele krachtige vertoogen bovendien in AITZEMA, VIII 102 env., vooral tegen DE WITT, VAN BEVERNINGH en NIEUPOORT gerigt. KOK, Vad. Woordenb.

LORGION, de Herv. Kerk, 3 env. Zie over de Synode bl. 240 hier vóór. Maar welke was de geest, de rigting, de kenmerkende leer dezer Kerk?

Want op den zelfden dag, den 1 April 1292, dat zij den Graaf huldigde, verkreeg zij van hem voorregten en vrijheden, die voor haar van belang waren. Het is niet bekend, dat de Graaf verder pogingen deed, om ook het overig gedeelte van Friesland te bemagtigen . Zie Charterb. I 124, 126, 131 env.; SCHOTANUS, tabl. 13; WINSEMIUS, 179; WAGENAAR, III 46; SJOERDS, III 142, 149, 181.

YPEIJ en FEITH, Oudheden van het Gooregt en Groningen, 1836, I, 37 env.; DIEST LORGION, Geschiedkundige Beschrijving van Groningen, 1849, 18 env.; DRIESSEN, Monum. Gron. 857. Zie het Klein Traktaat van de zeven Zeelanden in SCHOTANUS, Kronyk, tablinum, 19, en, met de vertaling, in FOEKE SJOERDS, Beschrijving, I 55. Vergelijk verder Aanteekening 9.

Zie de meeste dezer werken opgenoemd in mijne Geschiedkundige Beschrijving van Leeuwarden, II 278 env. Het laatste gedeelte van dat werk bevat zeer vele bijzonderheden omtrent de merkwaardige verbeteringen en aanbouwingen, welke Frieslands Hoofdstad vooral in dit tijdvak onderging. Zie A. VAN TONDEREN, Beschouwing van de Kadastrale Uitkomsten in Vriesland, Leeuw. 1842, voorr. VI en bl. 17.

De latere Groninger Hoogleeraar S. GRATAMA in zijne Gelukkige Toestand van Friesland, 25, in Aanteek. 22 vermeld met meerdere schrijvers over dit onderwerp; als: YPEIJ, Verhandeling over den uitvoer van Hooi; Teg. Staat, IV 570, 596 env.; VEGILIN, over de Veengraverijen, 25, 57 enz. Zie mede over het aangevoerde het onschatbare Charterb. IV 620, 726, V 106, 471, 658, 755; Reg.

Vanhier, dat de Generale Staten, die in dit jaar onze zwakke vloot van 40 schepen reeds met 36 versterkt hadden, in het volgende jaar bevolen, dat de zeesteden nog 50 en de admiraliteiten nog 100 schepen zouden uitrusten. DE JONGE, Geschiedenis van het Ned. Zeewezen, II a 30 env.; WAGENAAR, Vaderl. Historie, XII 232 env.

Ook onzen dichter GYSBERT JACOBSZ. met vrouw en zoon. Zie HALBERTSMA, Hulde, II 299. VITRINGA, I 430; BOSSCHA, II 18; AITZEMA, XI b 1034 env. De Oorlogen met Frankrijk.