United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


De duisternis was bijna gansch gevallen en het onweer trok af, maar aan den grauwen horizon flitsten nog bij tusschenpoozen scherp-zigzaggende weerlichten, die dan voor een oogenblik den blonden landweg met zijn kronkelende wagensporen, de neerbuigende natte korenakkers, de malsche groene en paarse klavervelden zoo scherp en helder als bij klaren dag verlichtten.

Want als in het begin van den regentijd een hevig onweer komt opzetten, en zijn waterhoozen naar Kaschmir voert op het oogenblik van het smelten der sneeuw, wordt het Dal plotseling overstroomd en is dan bij gebrek aan een voldoend breeden weg van afvoer in gevaar, in een meer te worden veranderd.

Doch de schijnliefde is wuft en ijdel, en verstuift bij den eersten tegenspoed als kaf voor den dwarrelwind!" Hij maakte een korte pauze, doch Charles noch Lena zeiden een woord. »Hier in Afrika," ging de spreker voort, »dringt alles tot een staatkundige crisis, en hoe zwaar het onweer zal zijn, dat boven onze hoofden zal losbarsten, weet God alleen.

Het kent het gebulder van het geschut; maar hoort het niet graag, wanneer het soortgenooten gedurende veldslagen door kogels heeft zien treffen. Door het hooren van donder wordt het eveneens onaangenaam aangedaan. Misschien heeft het ervaren, dat het onweer onheil kan stichten. "Het Paard is zeer vatbaar voor vrees en gelijkt dus ook in dit opzicht op den mensch.

Hij beschouwde zijn val als zeker, toen hij vernam, dat de koningin zich openlijk tegen hem had verklaard en hem beschuldigde, door zijn slecht beheer den opstand in Portugal te hebben veroorzaakt. De meeste grandes en voornamelijk zij, die tevergeefs naar Saragossa waren gegaan, sloten zich bij de koningin aan en een dreigend onweer pakte zich samen boven het hoofd van den minister.

Toen wilden ze op hunne schreden terugkeeren, maar wat ze ook deden om zich te orienteeren, waren ze al spoedig te midden van de groepen vijgeboomen, die allen op elkander gelijken, verdwaald, terwijl geen enkel pad hun de goede richting aanwees. Het onweer barstte nu met buitengewone hevigheid los.

Aangrijpend schoon klinkt haar diepe altstem door ’t vertrek; ademloos hoort Pietersen toe, als zij mezzo voce zingt: „Onder ’t loof der boomen, In het donkere woud, Is mijn lief gekomen, Heb ik hem vertrouwd: Hoe ’k hem heb geschonken Heel mijn ziel en hart, En hoe trouw mijn liefde Storm en onweêr tart.”

Na tafel werden eenige aanteekeningen gemaakt en daar op eens kletterde de regen tegen de ramen en rolde het onweer door de bergen. Gelukkig dat ik niet verder gegaan was, en nog gelukkiger dat het wel den ganschen nacht doorregende, maar dat de regen 's morgens vroeg ophield; de stof was verdwenen en onder de aangenaamste indrukken werd de wandeling hervat.

De Godenliederen volgen elkander in de volgorde der groepen van Lente-, Zomer-, en Herfst- en Winterzangen. De aarde bevindt zich in de macht van den winter als de zonnegod haar ziet. Hij tracht zich met haar te vereenigen, en de bruiloft van zon en aarde is de lente in Bloesemenland. In den winter was er geen onweer: de dondergod was zijn hamer kwijt, maar na lentebegin haalt hij hem terug.

Verheugd, dat er nog kans bestond om voor het vallen van den avond den voet van den Retyezat te bereiken, maakten wij zoo veel mogelijk voortgang. De lucht, door het onweer gezuiverd, was heerlijk frisch; enkele nevelwolken zweefden nog om de donkere toppen der met dennen begroeide bergen; van alle kanten stroomde het water, in schilderachtige valletjes, naar de hoog gezwollen beek.