United States or Russia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Reeds den 29n had een heer plaats genomen in de Roelof Hartstraat, (hij bracht daartoe een stoel mee,) om getuige te wezen van het schieten, vooral van het eerste schot; en dan te blijven om tot 101 of tot 51 te tellen; d

Zij volgde het voorbeeld van vele en van bekwame handen. Maar ik bedroef mij, liefsche vriend, dat men thans zoo onkundigsch onze schoonsche moedertaal is geworden, en zoo gewoomsch aan dien verkeerdschen uitgang, dien men bij de oudschere schrijvers te vergeefs zoeken zou. Ziedaar eene lange historie van ééne enkele drukfout. Op bladzij 101 staat bragt in plaats van bracht.

[p.101] Zoo wendt ge u tot haar. O, het schoon gelaat dier wereld, van wie nauw de nacht is afgegleden en die in den vroegen ochtend openglanst ... de velden dragen glinsterinkjes van dauw, de bloemen ademen naar hun geurige wijze, er is nog een lichte dampigheid, die haar trillende sluierflarden bij plekken over het zonvergulde waast, waar hoog in de verte de morgenstad op glooiende heuvels wacht.... Maar zaagt gij haar wel zoo?... Wellicht verscheen zij u wel als jonge vrouw, een half verloken belofte op het neerziend gelaat ... wellicht als Roem, Rijkdom ... wie dan gij-zelf zou het kunnen zeggen, hòe zij ù verscheen.... Want zonder tal zijn de gestalten, waarin zij zich verhult. De goden hebben haar de gaaf der gedaanteverwisseling verleend. Een andere Mestra, verschijnt zij vaak als tot dienst gewillige slavin, verkoopt zich telkens opnieuw en ontsnapt weer telkenmale.... Onnoozele, die het niet wist: met de vrucht van ùw werk, door haar verworven, zònder u te dienen, voedt zij haar onverzadelijken vader, den wreeden heerscher, dien gij wildet ontvluchten.... Later begrijpt ge, dat dit alles zoo moest zijn: hoe weinigen zouden werken voor het heden, zoo ze 't niet, in hun gedacht, voor het bezit der toekomst deden!... D

Hierdoor is de verhouding tusschen het aantal mannelijke en vrouwelijke bewoners zeer ongelijk; in 1896 waren er 101

Winkler over de Nederlandsche Geslachtsnamen; verder Verdam, Geschiedenis der Nederl. Taal, bl. 131; Boekenoogen, Zaansche Volkstaal CIII; Driem. Bladen I, bl. 29; V, bl. 101; XII, bl. 122. Bij de studie onzer plaatsnamen komen de oudste lagen van onzen volksaard weer aan het licht; maar moeizaam is het opdelven. Over het algemeen steekt in deze soort plaatsnamen veel waardevol taalgoed.

Omtrent dezen tijd heeft J. Flieterp. Zie onze aanteekeningen op bl. 286, 288 en 359. Bl. 101. In den jaare 1313 is de Landsheer Martena overleden.

Z. ook Toygeni. Een ander gedeelte der Helvetiërs keerde na de nederlaag der Cimbren in 101 weder naar hun land terug. In 58, bij Caesars komst in Gallia, ondernamen de Helvetiërs weder een groote volksverhuizing, doch werden door Caesar met ontzaggelijk verlies teruggeslagen; van de 263000 menschen bleven slechts 110000 over.

130 Tydeus, een van de zeven tegen Thebe, vrat, zelf doodelijk gewond, de hersens uit het hoofd van den Thebaan Melanippus: zie de Thebaïs van Statius. 13 Ugolino een landsverrader is nog in de Antenora, de aartsbisschop, die zijn vijand doodde, door zich als zijn vriend voor te doen, in de Ptolemea. 28 Ugolin was Guelf, dus hier als wolf, de tegenpartij als honden gedacht. Zie I 101.

Nu echter, als Fries, bezigde hy, zeer gepast, ook eenen frieschen taalform; hy smeedde zich den geslachtsnaam Dongjuma, dat Van Dongjum beteekent. Reeds in § 44 van dit werk heb ik uitvoeriger over dezen form van friesche geslachtsnamen gesproken; ik kom er ook later op terug. Zie § 101.

Soleure: koppelarij is strafbaar indien het uit winstbejag geschiedt. Neuchâtel: iedere koppelarij wordt gestraft; strafverzwaring heeft plaats, indien eerbare vrouwen buiten haar weten in een huis van ontucht gebracht worden door hen, die de verleiding tot ontucht als bedrijf uitoefenen. Appenzell: een gewoonlijk handelen wordt in art. 101 gevorderd. Vaud.