United States or United States Minor Outlying Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Goede menschen, zèg mij: wat is er van mijn caterva?! Hij sloeg de handen in de lucht, hij schreeuwde het uit, hij smeekte om inlichting. Plotseling zag hij, afgegleden van den muil, Nilus, die zich baan maakte naar hem. En achter Nilus gilden de vrouwen aan, de dikke Alexa, Gymnazium, de meiden van Taurus en Taurus zelve, allen schreeuwende, gillende, huilende, roepende tot de goden.

Waar 't geel saffraan den glans verhoogt der lokken, En gouden gordel slanke leest omsnoert, En luchtig gaas, van sandelgeur doortrokken, Den boezem dekt, dien minnelust ontroert? Weg dan 't gewaad, dat te eng die slanke leden, Met ligte dauw bepareld, nog omhult! Het nijdig kleed, dat, halfweg afgegleden, Des jonglings hart met wangunst nog vervult!...

Ik vernam nu, dat mijn gelukkig afgeloopen val mij juist aan het uiteinde eener bijna loodrechte galerij had gebracht; daar een vloed van steenen, waarvan de kleinste voldoende zou geweest zijn om mij te verpletteren, met mij mede was gekomen, moest men daaruit afleiden, dat een gedeelte der vaste massa met mij was afgegleden.

Een van zijne handen was afgegleden en rustte op de stoep. Tirza viel op hare knieën en wilde die hand kussen, maar de moeder trok haar terug. Pas op, kind, vermaande zij, wat woudt gij doen? Onrein! Onrein! De arme Tirza week verschrikt achteruit, alsof haar broeder de melaatsche was. Ben-Hur was schoon om aan te zien.

Paul en Marie, op hooge trappen, bijgelicht door twee der meiden, rukten Kleopatra's boudoir uiteen. Dien beijverde zich neêrgeworpen draperieën en afgegleden kettingen op te rapen. De drie jongens rolden op een matras over elkaâr. Was het mooi, mama? vroeg Lili. Was het mooi, mevrouw? riep Frédérique tegelijkertijd. Prachtig mooi! Ze hadden het nog eens willen zien. Nog eens!

De honderd ossen blazen honderd laatste adems uit. De stomme dieren wisten wat er volgen zou. Wel, jongen, je moet altyd zelf uit je oogen kyken. Al wat de menschen je zeggen, is maar fut, zieje! Wouter kende dit woord niet. Als meer uitdrukkingen die tot 'n lager soort van spreekwys behooren, was 't hem zeker meermalen in 't oor gedrongen, doch altyd afgegleden op z'n onnoozelheid.

En de opperpriester ons beval te wachten, tot de priesters het beeld van de godin op haar altaar zouden herplaatst hebben. Intusschen wachtten wij, Charis van mij afgegleden en den arm om mijn nek, Davus en de drie zwijnen rondom ons. En vroom zagen wij uit in het even geschemerde tempelverschiet, van waar de zang en de zilveren muziek nu, steeds zoo zoet trillerend, weêrklonk.

Honderd- en duizendmaal zijn we er zeker afgevallen, afgegleden, afgesprongen, eer we eindelijk stonden, maar we hielden vol. Dát was gymnastiek, ja wat beter dan om de vijf minuten een zwaaitje aan de ringen. We zagen rood van inspanning, maar rustten niet eer het doel bereikt was. Nog voel ik in mijn armen en beenen den wil om te winnen, die toen aan 't werk was.

Daar ginds onder 't venster, op 't overschot van Grete's wilgentakjes en riet lag Abraham Lövdahl te slapen. Hij was van de bank afgegleden.

Het was morgen; hij zat, half afgegleden van het metalen varken, dat daar stond zooals het altijd in de straat Porta Rosa placht te staan, nog op den rug van het beest. Angst en vrees vervulden den knaap bij de gedachte aan haar, die hij moeder noemde, en die hem den vorigen dag uitgezonden had, om geld op te loopen; hij had niets; hij had honger en dorst.