United States or Tokelau ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Mevrouw Van Leeuwen is stil;" meent een der nabijstaande heeren. "Ze heeft wat migraine naar ik hoorde;" zegt freule Rosa Narwal, en ziet tegelijk met een spotachtig lachje naar de diamanten broche, waarmee de gastvrouw schittert. Eva zag in den spiegel dat ze ondanks zich zelve bloosde. Ei! de puissant rijke gravin Van Leeuwen had migraine; ei! Dát moet ze aan August vertellen.

Er waren nog bloemen hier en daar alle wit, teeder en geurig, met sierlijk hangende bladeren. Op Eva's tafeltje, met een wit kleed bedekt, stond hare geliefde vaas, thans met eene enkele witte mos-roos er in. De plooien van draperiën en gordijnen waren door Adolf en Rosa geschikt en herschikt, met die juistheid van oog, die aan hun geslacht eigen is; en ook nu nog, terwijl St.

Het stond te midden van onbeschadigde woningen. Het groote en fraaie hotel St. Rosa, waar ik twee jaar geleden gelogeerd had, gelegen aan de 4e straat, midden in het gemetselde gedeelte der stad, was geheel vernield. Het was vier verdiepingen hoog en zeer soliede gebouwd. Het stortte als een kaartenhuis ineen, terwijl een honderdtal gasten er in woonden.

Wat mij geschiedde, is mij nu nog onbekend: ik beefde van bewondering, nauwelijks kon ik ademhalen, het was als wilde mijne ziel mij verlaten om den engel te gemoet te vliegen.... Rosa mystica, als hadde zij de verborgene stem mijner ziel gehoord, hief het hoofd op, toen zij mij voorbijdreef, en sloeg in mijne oogen eenen stillen, diepen blik, die de kloppingen mijns harten onderbrak en mij terzelfder tijd met eenen onuitlegbaren schrik en met eene eindelooze blijdschap vervulde.... De processie was reeds verre, toen ik uit mijne dwaalzinnigheid ontwaakte.

De handschoenmakersleerling was een uitstekend schilder geworden; dat bewees dit schilderij, dat bewees inzonderheid het grootere, dat er naast hing. Hierop was slechts een enkele levende figuur, een in lompen gekleede, maar mooie knaap, die slapend op de straat zat; hij leunde tegen het metalen varken in de straat Porta Rosa aan. Alle toeschouwers kenden deze plaats.

Rosa Chiappero, een zeventienjarige Nicienne met prachtig zwart haar, met een rozenblos op haar zuidelijk teint, een paar zwarte bijna doorloopende wenkbrauwen, een oogenpaar donker als marmerzwart, doch met al den gloed der Italiaansche zon, Rosa had haar mand met violen-bouquetjes even op een bank van de quai St.

"En het kind, dat ik te Brussel in de processie voor een engel aanzag? De Rosa mystica?" "Dat kind was ik, Theresia De Wit, uwe nicht." Met eenen kreet van geluk liep Willem tot de maagd en greep bevend hare handen in de zijne. "Gij zijt de bruid, die God zelf mij heeft voorbestemd," zeide hij. "Onze oom, zijn geest, wil, dat gij mijne vrouw wordet. Gij weerstaat den wil van het noodlot niet?"

Neemt niet blindelings de beteekenis aan, welke zij ons geven. Ik zou mij in uw plaats Rosa noemen, miss Dahlia. Een bloem moet liefelijk rieken en een vrouw moet geestig zijn.

Het was morgen; hij zat, half afgegleden van het metalen varken, dat daar stond zooals het altijd in de straat Porta Rosa placht te staan, nog op den rug van het beest. Angst en vrees vervulden den knaap bij de gedachte aan haar, die hij moeder noemde, en die hem den vorigen dag uitgezonden had, om geld op te loopen; hij had niets; hij had honger en dorst.

Maar is de afstand van het sentiment wel zoo groot, als hij schijnen wil? De felle afschuw van de ontbinding van het aardsche lichaam heeft haar tegenkant in de hooge waarde, die men toekent aan het onbedorven blijven van de lijken van sommige heiligen, zooals Sint Rosa van Viterbo.