United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik verheug mij uitermate aan dit werk; want mij dunkt dat op de punt van iedere Goedendag, die wij veerdig krijgen, reeds een Fransman steekt. En verwonder u niet, doorluchtige Gravin, indien ik zo driftig in deze bomen houw: ik droom dat ik op de vijand hak, en die bedriegelijke wraak doet mijn hart van onversaagdheid opzwellen!"

Boven de zes diepere gelederen staken duizenden speren tien voet in de hoogte; dit wapen, de beruchte Goedendag, was door de Fransen het meest gevreesd want met hetzelve kon men een paard gemakkelijk doorboren, geen harnas kon tegen deszelfs geweldige steek behoeden, elke ruiter, die erdoor geraakt werd, viel onfeilbaar uit de zadel.

Ze was wonderlijk kalm, toen het uur naderde, waarop Frits thuis komen zou. Zij zag er nu niets tegenop, heelemaal niet en dat was erg gelukkig, vond ze, maar och lieve tijd, al hare kalmte verdween als sneeuw voor de zon, toen zij Frits voor zich zag. En hij was zelf nog wel zoo stil, ja zelfs een beetje verlegen, toen hij haar goedendag zeide.

Zoo zoude ik ook zeker het schip verlaten hebben, zonder door hem »goedendag" te zijn gewenscht, ware het niet geweest ter zake van een medepassagier, een grooten, hem toebehoorenden, hond.

De menigvuldige honden blaften ijslijk, alsof zij de noodkreet verstaan hadden, en paarden hun ruwe stem met het geschreeuw hunner wraakzuchtige meesters. Talrijke hopen volks liepen met onrustige schreden heen en weder: de ene had een wapenknots, de andere een Goedendag of een helmbijl. Tussen de stromende scharen kon men de beenhouwers aan hun blinkende slachtbijlen gemakkelijk herkennen.

En ge kunt niet anders dan gelukkig en dankbaar zijn, omdat ze uw liefde wil aannemen. O, als ge nu komt op den zigzagweg, die naar de stadspoort voert! De schaduw van een olijfboom valt over u. Wil hij u liefkoozen? Een kleine hagedis komt te voorschijn op een muur. Ge moet staan blijven om naar haar te kijken. Kan zij niet een oude kennis zijn, die u goedendag wil zeggen?

Jean Valjean hernam: "'t Is waar, 't zou aangenaam zijn samen te leven. Zij hebben boomen vol vogels. Ik zou met Cosette wandelen. 't Is zoet tot levende wezens te behooren, die elkander goedendag zeggen, die elkander in den tuin roepen. Men ziet elkander van 's morgens af. Wij zouden ieder een hoekje gronds verzorgen. Zij zou mij haar aardbeziën doen eten, ik zou haar mijn rozen doen plukken.

Ik had mij in een hoekje teruggetrokken om ongestoord mijn tranen te kunnen laten vloeien, hij riep mij: En gij Rémi? komt gij mij niet goedendag zeggen? zijt gij ook geen kind van mij? Wij waren buiten ons zelf van smart. Blijf, beval Acquin, ik beveel het u. En haastig vertrok hij, nadat hij Lize's hand in die van Martha gelegd had.

Ziet ge, laat ons verstandig zijn, er is niets meer aan te doen, ik gevoel volkomen, dat het met mij gedaan is. Een uur geleden viel ik in onmacht. En dezen nacht heb ik deze kruik water geheel uitgedronken. Hoe goed is uw echtgenoot, Cosette. Ge zijt beter bij hem, dan bij mij." De deur kraakte. 't Was de dokter, die binnentrad. "Goedendag en vaarwel, dokter," zei Jean Valjean.

Wie het echte Klauwaardsbloed in zich voelt stromen, heffe de Goedendag in de hoogte en verdedige het recht des volks!... De stemopneming beslisse erover, want mijn raad is geen bevel." Hierop hernam de wever die reeds gesproken had: "Uw raad is een verderfelijke raad. Gij schept vermaak in muiterij en bloedstorting; opdat uw naam in die omwentelingen als aanleider moge rondvliegen.