United States or Poland ? Vote for the TOP Country of the Week !


De edelmoedige Stadsvoogd bezag de Leliaard met verachting en antwoordde: "Indien gij uw Vaderland bemindet, zoudt gij de dood uwer ongelukkige broederen niet eisen, en ik, Fransman, zou hen niet moeten verdedigen. En luister!

Zich omringd ziende, bad hij om genade, en beloofde dat hij Robrecht van Bethune als een getrouwe onderdaan zou dienen; maar er werd niet naar geluisterd, de bijlen der beenhouwers benamen hem de spraak en het leven. Dit duurde de ganse dag, totdat er geen enkele Fransman of Fransgezinde meer te vinden was.

Terwijl hij deze woorden sprak, kwam hij tot bij Breydel en riep: "Gij liegt en leve de Lelie!" "Gijzelf liegt en heil zij de zwarte Leeuw van Vlaanderen!" riep Breydel hem tegen. "Komaan," hernam de Fransman, "gij zijt sterk; ik wil u bewijzen dat de Lelie voor geen Leeuw moet zwichten. Wij vechten tot de dood." "Dit laat zich verstaan," antwoordde Jan Breydel. "Laat ons maar spoed maken.

"De voetval zal ik doen, en gij met mij," was het onverbiddelijke antwoord. "Ik?" riep Robrecht met woede. "Ik de voetval doen? Neen, nog liever sterf ik een onzalige dood; God vergeve mij. Ik, Robrecht van Bethune, onze vijand te voet vallen? Wat, zal de Leeuw van Vlaanderen het hoofd bukken voor een Fransman, voor een valsemunter , voor een meinedige? Dan opene zich de grond onder mijn voeten!"

De geslachte Fransman viel uit de zadel; alhoewel het leven in hem was opgehouden, bleven er echter nog krachtige stuiptrekkingen in de spieren van het lijk, en het meisje werd nog met nijdigheid tegen het harnas gedrukt. Na een vluchtig ogenblik lieten de armen van het lijk haar los, Vrouw en lijk rolden beiden op de grond.

Maar neen, gij dwaalt, de vervolging der Fransen heeft uw ziel getroffen. O wanhoop!" "Gij vraagt een zoen?" antwoordde het meisje. "Neen. Een zoen aan een Fransman? Ga heen reik uw armen zo niet tot mij. Het zijn slangen die het venijn der oneer met zich dragen. O raak mij niet houd op booswicht! Uw zoen brandt op mijn voorhoofd. Hulp! O hulp!"

Zijn ogen draaiden halsstarrig in het rond, en wanneer zijn blik op een Fransman viel, kwamen zijn lippen met zoveel ongenoegen over elkaar dat hij zichtbaar de tanden tezamen knarste. Om de vijftig jaren oud, maar nog in de volle kracht des levens, met brede borst en zware leden, kon men hem als de sterkste ridder aanzien.

Een blijde glimlach zweefde op het aanzicht van Graaf Gwyde; hij sprak zachtjes tot De Valois: "Mijn zoon Robrecht is een moedig ridder. Dit heeft uw Koning Philippe ondervonden toen hij Rijsel belegerde, want dan is menig dapper Fransman voor het zwaard van Robrecht gevallen.

Gwyde bezag hem in deze houding en verwonderde zich over de edele moed van De Valois, want hij bemerkte dat de rampen die het Huis van Vlaanderen getroffen hadden, de goede Fransman bedroefden. Opeens rees Charles de Valois met een blij gelaat recht in de zadel, legde zijn hand op de hand van Gwyde, en sprak: "Een ingeving des Heren!" Gwyde bezag hem met nieuwgierigheid.

Jan Breydel bedwong zich bij dit woord, want er was een schielijke beweging in hem omgegaan, en zijn ogen hadden zich met verachting op de soldeniers gevestigd, alhoewel zij dit niet hadden bemerkt. "Het is een koningsbeetje," sprak een Fransman schertsend, "want bij mijn leven heb ik zulke fraaie vrouw niet gezien. Ik gaf mijn rechtervuis voor zulk een bruid!"