United States or Guernsey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men bakt de koeken aan beide zijden met boter in een koekenpan. Rijstetaart. Men kookt 750 gram rijst volgens R. 332. Men neemt 100 gram zoete amandelen, die men broeit, pelt en fijnsnijdt. Als de rijst gaar en uitgedijd is, roert men er de fijngesneden amandelen door met drie geklopte eierdooiers, 150 gram boter en 100 gram gesneden sucade.

Voor den vreemdeling is er geen eentonigheid in het afwisselend panorama van hooge torens en glinsterende koepels, die zich trotsch ten hemel verheffen. Hij vraagt zich af: "Als dit de poorten zijn der stad, hoe mag dan wel de stad zijn, achter die poorten gelegen?" Mijn voet betrad amerikaanschen bodem, en ik voelde dat ik gietijzer onder mij had. Daar stond ik dan nu, in het vreemde land. Een uur later zag ik uit mijn hôtelkamer neer op New-York City. Onmiddellijk gevoelt men het vloeiend, onduurzaam karakter van dit groote-stadsbeeld. Niets dat hier zijn eigenaardige kenmerken behoudt, op geslachten zijn onuitwischbaren stempel kan drukken. Een New-Yorksch geslacht duurt niet langer dan tien jaar. Voor den New-Yorker zijn tien volle jaren een menschenleeftijd. Onder elke phase van het stadsleven broeit en woelt de rustelooze gespannen geest, die snel en onverzettelijk voorwaarts dringt. Aan géén ding is hier vergund, bestendig te zijn, en het is absoluut onwaar, te beweren dat New-York de climax van amerikaansche organizatie vertegenwoordigt. Die climax is nooit bereikt, zal waarschijnlijk nimmer wòrden bereikt, want New-York is niet anders dan de tijdelijke uitbeeldingsvorm van den geest harer bewoners. Elke nieuwe stemming weerkaatst zich, wordt afgespiegeld in het uiterlijk voorkomen der stad. De meeste steden van New-York's leeftijd zouden bij voorbeeld de kwestie van hun watertoevoer reeds lang geleden hebben beslist en afgedaan. New-York breekt haar straten op, om die vraag, (tijdelijk dan altoos), th

En toch kan op oorzaken als de hier genoemde niet genoeg gewezen worden. Maar er zijn er meerdere; wij herinneren nog slechts dat het hooi bij vele boeren zoo in gisting geraakt, broeit, dat het ten laatste vlam vat.

De stoomfluit gilt: wij stoomen naar den columbiaanschen oever. De lucht is betrokken; er broeit een onweer; het is bladstil en ondragelijk heet. Volgens een aanplakbiljet aan boord van de boot, kan men hier plaatskaartjes nemen voor den spoorweg naar Barranquilla: van welke gelegenheid wij ons haasten gebruik te maken.

Maar met eene goede vrouw is het eigenaardig gesteld: weet een degelijk man onmiddellijk van waar de wind waait, zoo weet eene goede vrouw al lang te voren, dat er iets aan de lucht broeit. De oude baljuw kwam dus bij haar in de kamer en zeide: "Goeden morgen, lief kind! Hoe gaat het u? Veel beweging met al dat Fransche volk!"

Wij maken onze hangmatten aan de takken der boomen vast, en zoo tegen de zonnestralen beveiligd, houden wij onze siësta tot vier uren. Dan gaan wij weer aan boord en roeien tot vijf uren. De hemel voor ons overdekt zich met donkere wolken: daar broeit een geweldig onweder, en wij haasten ons den rechter oever te bereiken.

"Kan ik u verlossen?" riep Bois-Guilbert. "Neen," hervatte De Bracy; "ik heb mij op genade of ongenade overgegeven, en ik zal woord houden. Red u; er broeit onheil; maak dat de zee tusschen u en Engeland ligt. Meer durf ik niet zeggen!" "Goed," antwoordde de Tempelier; "zoo gij hier wilt blijven, dan bedenk, dat ik aan mijn woord en riddereer getrouw ben gebleven.

't Leeft alles langzaam uit, dat verwe is: henen dalen de laatste en langste van de lieve zonnestralen; 't wordt watergroene, omhooge; omleege, brandt en broeit de groote zonne nog, die zinkt en grooter groeit.

Van versche morieljes snijdt men de stelen af; men wascht ze en broeit ze in kokend water, snijdt ze daarop in stukken en wascht ze zoolang, tot al het zand er goed uit is en het water er helder afkomt; dan worden zij uitgedrukt, in boter gesmoord en daarna in bouillon gaar gekookt.

"Ik wist niet dat ge naar de kerk gingt," zeide hij; "ik dacht dat wij samen een wandeling zouden doen. Waarschijnlijk moet ik morgenochtend vroeg vertrekken." "Zoo?" zeide Beatrice koel. "Maar gij hebt, natuurlijk, uw werk dat u wacht. Ik heb Elisabeth gezegd dat ik in de kerk zou komen, dus moet ik het ook doen; en het is te drukkend weer om te wandelen; er broeit onweer."