United States or Costa Rica ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Onze Kapelaan heeft beproefd mij schrijven te leeren," vervolgde hij, "maar al mijne letters kregen den vorm van lanspunten en zwaard-klingen, en dus gaf de oude kaalkop het op." "Geef mij den brief," zei de Tempelier. "Dit hebben wij van den priesterstand gekregen, dat wij eenige kennis bezitten, om onzen moed voor te lichten."

Allen stonden verbaasd over deze stoutheid, maar niemand meer dan de geduchte strijder, dien hij dus op leven en dood had uitgedaagd. "Hebt gij gebiecht, broeder," zei de Tempelier, "en hebt gij heden morgen de mis gehoord, daar gij uw leven zoo roekeloos waagt?"

"De macht tot wraak, Rebekka!" hernam de Tempelier, "en de vooruitzichten der eerzucht." "Eene slechte vergoeding," hervatte Rebekka, "voor het afstaan van al die rechten, welke der menschheid het dierbaarste zijn." "Zeg dat niet, meisje!" antwoordde de Tempelier; "de wraak is een feest voor de Goden!

"Front-de-Boeuf is sedert zijn laatsten val nog niet weder bij goede luim," zei De Bracy tot den Tempelier: "hij schrikt bij het bloote denkbeeld van eene uitdaging, al komt die ook maar van een nar en een zwijnenhoeder." "Bij St. Michiel!" antwoordde Front-de-Boeuf; "ik wilde, De Bracy, dat gij het avontuur geheel alleen moest doorstaan.

Zich nu weder verlicht, en dicht bij een schuilplaats ziende, begon zijn nieuwsgierigheid te ontwaken, en hij vroeg den leidsman, wie en wat hij was? "Een pelgrim, zoo even uit het Heilige Land teruggekeerd!" was het antwoord. "Ge hadt daar liever moeten blijven, om voor het Heilige Graf te strijden!" zei de Tempelier.

"Bij de heilige mis, gij meent de schoone Jodin!" zei De Bracy. "En wat dan?" hernam De Bois-Guilbert. "Wie zal mij tegenhouden?" "Niemand en niets, voor zoover ik weet," hernam De Bracy, "zoo het niet uwe gelofte is, of dat uw geweten zich verzet tegen een liefdehandel met eene Jodin." "Van mijne gelofte," zei de Tempelier, "heeft onze Grootmeester mij dispensatie verleend.

"Heer Tempelier," zeide hij, "de wangen van onze Saksische meisjes zijn nog niet genoeg aan de zon gewend, om den stouten blik van een kruisvaarder te kunnen verdragen." "Zoo ik beleedigd heb," hernam Brian, "dan verzoek ik vergiffenis, dat wil zeggen, ik vraag vergiffenis aan Jonkvrouw Rowena, want de mate mijner nederigheid laat niet toe, dat ik die elders inroep."

"Hierheen, valsche Tempelier! Laat haar los, die gij niet waardig zijt aan te raken; hierheen, gij waardig lid eener bende roovers en huichelaars!"

Eenige wachters, in het buiten- of voorvertrek geplaatst, en die te voren reeds door den angst overvallen waren, werden nu verschrikt door Wamba's geschreeuw, en de deur open latende, liepen ze naar den Tempelier om hem te vertellen, dat de vijanden tot in de oude zaal doorgedrongen waren.

"Gij zijt onrechtvaardig," hernam de Tempelier; "ik zweer u bij den naam, welken ik draag, bij het kruis op mijn borst, bij het zwaard aan mijn zijde, bij het aloude wapen mijner voorvaderen, u niet het minste leed aan te doen. Zoo niet om uwentwille, dan ter liefde van uw vader, wees bedaard! Ik wil zijn vriend zijn, en in dit kasteel heeft hij zeker een machtigen vriend noodig."