United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doorzoekt hem, slaven; want zoo gij u weer een valschen priester laat opdringen, zal ik u de oogen laten uitsteken, en gloeiende kolen in de holten doen!" "Ik onderwerp mij aan uw toorn, gestrenge heer," zei Gilles, "als dit geen echte kaalkop is. Uw schildknaap Jocelijn kent hem wel, en wil er voor instaan, dat het broeder Ambrosius is, een monnik uit het gevolg van den Prior van Jorvaulx."

Opdat intusschen de kaalkop niets moge vermoeden, vergun hem vrij aan zijn werk te gaan, om deze Saksische zwijnen voor de slachtbank voor te bereiden." "Het zij zoo," zei Front-de-Boeuf. En hij liet dadelijk Wamba door een dienaar naar de kamer brengen, waar Cedric en Athelstane opgesloten waren. Cedric's ongeduld was eerder vermeerderd dan verminderd door zijn gevangenschap.

Mevrouw Katawassow, een kleine, magere vrouw, was opgestaan en sloeg, terwijl zij Anna den rug toekeerde, haar sortie om, waarbij haar man haar behulpzaam was. Haar gezicht zag er rood en toornig uit en zeer opgewonden zeide zij iets. Katawassow, een zwaarlijvige kaalkop, trachtte zijn vrouw te kalmeeren, terwijl hij voortdurend naar Anna omkeek.

Niet waar, mijnheer de kaalkop? Daar de man nog niet antwoordde, danste en sprong Uilenspiegel voort, doch hij maakte daarbij zooveel lawijd met zijne zolen, dat de weg klonk als een houten kist. Of zijt gij stom, mijnheer? vroeg Uilenspiegel ten slotte. Ave Maria, sprak de man, gratia plena et benedictus fructus ventris tui, Jesu. Of misschien doof? zei Uilenspiegel.

't Is als met de kinderen; zij die ze willen, hebben ze niet; zij die ze niet begeeren, krijgen ze. Kortom: ik ben kwaad. Bovendien verdriet mij het gezicht van den arend van Meaux, dien kaalkop. De gedachte, dat ik van denzelfden ouderdom ben als die bloote knie! Overigens critiseer ik, maar beleedig niet. Het heelal is wat het is.

Hij was de vereenigingsband tusschen de vrienden van het A. B. C. en andere nog ongevormde genootschappen, die later duidelijker te voorschijn zouden treden. In dit conclave van jonge hoofden was een kaalkop.

"Onze Kapelaan heeft beproefd mij schrijven te leeren," vervolgde hij, "maar al mijne letters kregen den vorm van lanspunten en zwaard-klingen, en dus gaf de oude kaalkop het op." "Geef mij den brief," zei de Tempelier. "Dit hebben wij van den priesterstand gekregen, dat wij eenige kennis bezitten, om onzen moed voor te lichten."