United States or Azerbaijan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alleen Inès wist er alles van, doch zij weigerde haar lot aan het mijne te verbinden, daar zij een kamerdienaar van Don Ambrosius liefhad, wat wel bewijst dat de gehechtheid van onze getrouwste bedienden niet bestand is tegen de liefde. Ik steeg dus met don Alvarez in den karos, nam alleen mijne kleederen mee en eenige juweelen, die ik voor mijn tweede huwelijk reeds bezat.

Lachend merkte ik op, dat, wanneer de heeren ons samen verlieten, het misschien wel lang zou duren eer wij hen weer zagen. "Die verdenking is een beleediging voor ons," zei Ambrosius, "maar dat is te verontschuldigen na hetgeen wij te Valladolid hebben gedaan, waar wij onze kameraden in den steek lieten. Maar toch bedriegt ge u.

De meeste vreemdelingen, die bij hem kwamen logeeren, huurden een Spaanschen knecht en dus kwamen zich vele lakeien, die buiten betrekking waren, in het hotel presenteeren. De eerste, dien ik zag, was een jongen met een zoo zacht en vroom uiterlijk, dat ik hem niet wilde hebben; ik meende Ambrosius de Lamela te zien. "Ik houd niet," zei ik tegen Florero, "van knechts, die er zoo deugdzaam uitzien.

Ik ging met hem mee, om kennis te maken met zijn kameraden en daar was het, dat ik voor de eerste maal den beroemden Ambrosius de Lamela ontmoette. De heeren ondervroegen mij over de wijze om zich vlug het goed van zijn naasten toe te eigenen. Ik toonde hun eenige handigheden, welke ze nog niet kenden en bewonderden.

"Voor Uwe H. heb ik dat niet gezegd," zeide Spinola, ziende dat Ambrosius insgelijks vertrekken wilde: "UEd. mag de tijding gerust vernemen, welke wij met ons brengen." "En welke is die?" vroeg Velasco, hoogst nieuwsgierig. "Zijne Majesteit...." antwoordde Spinola, de schouders ophalende. "Is toch niet overleden," viel Grobbendonck in, met drift. "Is overleden," antwoordde Pekkius.

Zeven ongelukkigen, die men met het vooruitzicht op pracht, weelde, tallooze slaven en groote inkomsten heeft verleid tot haar maagdelijkheid, en die daarin alleen staande blijven door de hoop dat zij in weerwil van haar gelofte toch niet als maagd zullen behoeven te sterven". "Kan men", zoo vraagt dezelfde Ambrosius in het eerste boek van zijn werk De Virginitate, "de Vestaalsche maagden en de priesteressen van Pallas Athene vergelijken met onze christelijke maagden?

Daar wij in dit gedeelte van het land dus niet veilig waren, besloten wij ons, langs een omweg, naar Aragon te begeven. In de bergen bij Cuença kende Ambrosius goed den weg. Hij was er zes jaren geleden ook geweest en had er toen een ouden kluizenaar ontmoet, die hem met veel liefde in zijn grot had opgenomen. Nu wij toch in de nabijheid waren, wilde hij dien ouden man gaan opzoeken.

"O Voorzienigheid! hoe wonderbaar zijn uw wegen," zeide Vader Ambrosius, de handen ten hemel heffende. "Er blijft nog iets duisters in uw verhaal," zeide de Prins tegen Ludwig: "leeft er iemand, die de waarheid daarvan bevestigen kan? Leeft uw moeder nog?" "Zij leeft nog," zeide Magdalena, met statigheid vooruittredende. "Hoe!" riep de Baron: "gij de moeder van dien knaap?"

Dit zeggende, trachtte Pater Ambrosius, gelijk de geestelijke, als men weet, genoemd werd, den gekwetste op te helpen; doch het machteloos lichaam gaf niets mede en zat diep in het slijk. "Wacht!" zeide Joan: "laat mij die taak over: ik zal hem wel op vasten grond brengen!"

Maar we zijn vermoeid, laten we dus eerst eenige uren rust nemen; terwijl wij slapen, kan Ambrosius waken, die kan dan na ons gaan slapen. Wel geloof ik, dat we hier veilig zijn, maar 't is toch beter, dat er iemand wacht houdt." Hij strekte zich op het gras uit. Don Alphonse deed hetzelfde en ik volgde hun voorbeeld, terwijl Lamela op schildwacht ging staan.