United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Benedicite, heer Tempelier!" hernam De Bracy; "ik verzoek u uw taal meer te matigen als ge van mij spreekt. Bij de Heilige Moeder Gods! ik ben een beter Christen dan gij en uws gelijken; want het gerucht loopt, dat de zeer Heilige Orde van den Tempel van Sion niet weinig ketters in haren boezem voedt, en dat de ridder Brian de Bois-Guilbert onder dat getal behoort."

De schildknapen betuigden, met ontbloote hoofden en met diepe buigingen, hun erkentelijkheid voor eene beleefdheid en mildheid, die zelden, tenminste in zoo hoogen graad, uitgeoefend werden. Daarop keerde de Onterfde Ridder zich tot Boudewijn, den schildknaap van Brian de Bois-Guilbert. "Van uw meester," zeide hij, "zal ik wapenen noch losgeld aannemen.

Doch er was toch nog altyd genoeg in hem van zichzelf, om niet lager te staan dan de slechtaard Brian de Bois-Guilbert, die toch ook niet wegliep voor gevaar, al was dan z'n gedrag jegens Rebekka hoogst-indelikaat. Slecht? Het zy zoo! Maar lafhartig ook? Dat zou te veel zyn.

"Het betaamt geen Ridder, die dit kruis draagt, hierop te antwoorden," zeide Sir Brian de Bois-Guilbert; "maar aan wien, behalve de gezworen kampvechters van het Heilige Graf, kan de palm toegewezen worden onder de strijders voor het kruis?" "Aan de Hospitaal-Ridders," zei de Abt; "ik heb daar een broeder onder." "Ik wil hun roem niet te kort doen," zei de Tempelier, "maar "

"De Grootmeester denkt er anders over," zei Mont-Fitchet; "en Albert, ik wil oprecht met u zijn; tooveres of niet, het is beter, dat dit ellendig meisje sterve, dan dat Brian De Bois-Guilbert voor de Orde verloren ga, of dat de Orde door inwendige verdeeldheid geschokt worde.

Hij stond op en boog diep voor den Grootmeester, die hem dadelijk verlof gaf om te spreken. "Ik zou gaarne, eerwaarde vader, van onzen dapperen broeder Brian De Bois-Guilbert zelven, willen vernemen wat hij op deze wonderbare beschuldigingen zegt, en met welk oog hij thans zelf zijne onzalige verkeering met dit Joodsche meisje aanschouwt?"

Brian De Bois-Guilbert, ik bezweer u bij dit teeken van onze heilige Orde!" Bois-Guilbert deed eene poging, om zijne klimmende minachting en verontwaardiging te onderdrukken, daar hij wel begreep, dat eene uitbarsting hem weinig zou geholpen hebben. "Brian De Bois-Guilbert," hernam hij, "antwoordt niet, eerwaarde vader, op zulke onbepaalde en ijdele aanklachten.

Hoe noemdet gij den Tempelier?" "Brian de Bois-Guilbert." "Bois-Guilbert," zeide Cedric, altijd in zich zelven brommende, iets dat hij zich aangewend had door altijd onder zijn minderen te leven, zoodat hij meer met zich zelven sprak, dan met de menschen rondom hem. "Bois-Guilbert? Die naam is wijd en zijd bekend ten goede en ten kwade.

Voor deze schandelijke en menigvuldige misdaden moest Brian De Bois-Guilbert uit onze broederschap worden afgesneden en uitgeworpen, al ware hij er de rechterhand en het rechteroog van!" Hij zweeg. Een zacht gefluister verspreidde zich door de vergadering.

Wat denkt ge er van, ridder Brian, zou het niet beter voor ons zijn, voor den nood te wijken, een verdrag met die schurken aan te gaan, en onze gevangenen uit te leveren?"