United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


In den regel zijn ze donker van opslag, met een trek van ernst en stoutheid op het schraal, door wind en weer gebruind gelaat; voor vreemden zijn zij stug, tot onvriendelijk toe, en zoo teruggetrokken, dat men meenen zou, dat hun klanklooze en teemende spraak slechts met inspanning kan worden voortgebracht.

Het moet hun toch bekend zyn dat die woorden ook gelezen worden door de personen die in Indie zelf getuigen waren van hun onbedrevenheid, en die evenzeer als ik verbaasd staan over de stoutheid waarmee iemand die nog zoo kort geleden vergeefs trachtte zyn onbekwaamheid wegtesteken onder den hoogen rang dien hem de Koning gaf, nu zoo op-eenmaal spreekt alsof hy werkelyk kennis droeg van de zaken die hy behandelt.

Hadde ik de stoutheid gehad om tegen den spotter in te gaan en mijn recht ter verdediging van het vaderland te doen gelden, men hadde mij waarschijnlijk geëerbiedigd en gelijk gegeven; doch het lag in mijne inborst, voor den mensch immer te zwichten, wanneer hij zich als persoon dreigend tegenover mij stelde.

Hij glimlachte veeleer over de stoutheid van den Helleen, die zich in zijn ijver van den doek, die zijn mond en baard bedekte, bevrijd had, en riep: »Bij Mithra, het komt mij voor, Helleen, dat gij het goed met ons meent! Ik neem uw voorslag aan.

JANTJE alleen. Ach was Jesus nog op aarde! 'k Vloog met u naar Jesus heen. te samen. Zoon van God! die eeuwig leeft! Hoor ons smeeken, En vergeeft Onze stoutheid en gebreken! Zoon van God! die eeuwig leeft! Zegen onze jeugd, en geeft, Dat wij dikwijls van U spreken! Nooit loopt mijn drijftol zonder slagen; Want hou ik op, dan loopt hij niet.

Maar het tweede bedrijf was suggestiever en veranderde, door zijne verregaande stoutheid, de verveling van het publiek in eene pijnlijke verwondering. Het doek ging op over dezelfde tooneelschikking; enkel het doodend blauw van den Cythera-hemel was nu met een avondlijk purper verwisseld, alwaar, gelijk een schijf van oud koper, de stervende zon nevel-spinnend te zijgen begon.

Verbeeld u, Pater!" vervolgde hij tot den monnik: "dat deze kwakzalver de stoutheid heeft gehad, hedenavond, ter belooning der gunst, waarmede hij op den Vogelesang ontvangen was, niets dan rampen aan onzen Vorst en het daar tegenwoordig gezelschap te voorspellen."

De boekhouder trad 'n pas achterwaarts, en maakte een beweging alsof-i nogmaals verschooning vroeg voor 'n stoutheid die hy scheen begaan te hebben. Maar de oude heer glimlachte weder. Goddank, Dieper zou voorloopig niet geradbraakt worden. Ja, door m'nheer Dieper, die myn boekhouder is. En aan mênheer Dieper ben je gerekommandeerd door zekeren heer ... hoe heet-i ook weer?

Zo werd op 15 Oktober 1720 door Jan Nel, diaken van Stellenbosch, aan de overheid een rekwest gezonden, waarin hij klaagde over de stoutheid van een jongen van 12 jaar, die door de schoenmaker, bij wie hij in de leer was, niet getemd kon worden. Hij vroeg dan ook eerbiedig om dit jongmens voor enige tijd aan boord van een schip te brengen .

Deugniets vader haalde zijn schouders op, maar zijn moeder kon 't niet helpen, dat zij er eigenlijk, in haar hart, blij om was. Deugniet stond niets goeds te wachten dat begreep zij maar al te best. Fee Goed-Hart liet niet met zich spotten, als er stoutheid in 't spel was; stellig zou zij een strenge berisping, ja, mogelijk wel een flinke straf voor hem klaar hebben.