United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat is, als het niet waait, de taak van een kleinen jongen, die den ganschen langen dag, door middel van een touw, het beschermende net onophoudelijk heen en weer doet golven. Als het dijkje rondom het rijstveld niet hoog genoeg is, om het kind behoorlijk te kunnen plaatsen, richt men hem op vier bamboespalen een verheven zetel op, door een rieten dakje beschermd.

In Godentwist vinden wij een wel wat plat en boersch gehouden lied van den strijd tusschen de zon en het opkomende onweer. Wodan, de éénoogige, is zonnegod, hij draagt den hemelsch-blauwen mantel, maar zijn lange grauwe baard waait erover heen, zooals een wolk waait over het winderige water.

De zomerwarmte is er gematigd, want er waait dan een koele wind uit het Noorden, en de belangrijkheid der stad wordt nog grooter door het feit, dat zij in Oost-Perzië het laatste handelscentrum is vóór Quettah. De bloei der plaats vloeit voort uit de productie van henneh, want bijna de geheele opbrengst van die kostbare verfstof wordt in dat district verkregen.

In deze hooge streken gehoorzamen de winden aan zeer regelmatige wetten; elken dag waait eene frissche koelte uit de vallei opwaarts, en des avonds een uur of twee na zonsondergang daalt de lucht uit de koude bovenstreken als door een trechter omlaag.

Hij voelde zijn slapen als twee mokers kloppen, en zijn adem kwam hem even sterk voor als de tochtwind die uit een spelonk waait.

Voelt gij het ook niet, beste, er is iets nieuws over ons gekomen, onze weelderige vrede is voor goed verstoord, al de trotsche kooplui dezer stad zijn geschokt in hunne ikzuchtige genieting, de koffers worden geledigd, de fortuinen storten in elkaar, een rukwind waait alle vensters open en jaagt zelfs oude en zieke menschen op de straat langs alle wegen van de wereld.

Beneden in de huiskamer zaten ze ook nog en spraken over oude tijden; over de schoone Lisette en baron Frits; toen stond de kleine predikantsvrouw op, en zong met haar lieve stem een eenvoudig lied: Bij 't graf staat een linde en die welft er zich over; De vogels en 't windeken fluiten door 't loover, Er zit aan zijn voet of het feestavond was Een knaap met zijn liefje, in 't donzige gras; Het windeken waait er zoo koud en zoo pijnend, De vogels, die zingen zoo zacht en zoo kwijnend, En beide gelieven, zij worden dra stom, Zij weenen, en geen van de twee weet waarom!

't Kapitalisme bouwt ons de machines, 't Kapitalisme bouwt ons de fabrieken, wij bouwen 't kapitaal, 't kapitaal bouwt ons werkhuis wij willen het huis óns, dat wij zelf bouwen." De stem ging naar de hoogte. Willem ging mee naar de hoogte hij zag alles goed. "Wij hebben organisatie gemaakt. Wij hebben gebouwd al die jonge bosschen, waaruit muziek waait die gij hier kunt hooren.

Gouvernantes uit alle natiën zijn beklagelijke schepselen; indien één toestand, de hare is valsch. Vrees daarom voor geene onvoorwaardelijke lofrede op ons onderwijs. Het is waar, er waait u uit de scholen onzer dagen eene ongezonde lucht te gemoet: Eerzucht kiest in onschulds dreven Vroeg hare arglooze offers uit!

Ik sta op; 'k heb het land door al het water, dat ik hoor neervallen, ik trek mijn kousen en mijn chambercloack aan. Ik gaap nog even en stoot knorrig raam en store open. Ik kijk naar de lucht, ze is grauw, grijs. De regen slaat mij in 't gezicht, want 't waait vrij sterk. "De Kochbrunnen" vlak voor mij dampt en borrelt; de "Brunnenmädchen" staan achter de tafels op haar post.