United States or Turkey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deeg, volgens No. 2 of 7, wordt in kleine vormpjes gelegd. Kweeën kookt men, met de schil zeer zacht en evenveel zure appelen worden, ook met de schil, in heete asch gebraden; dan trekt men van beiden de schillen af, ontdoet ze van klokhuizen, en roert het vleesch dooreen met suiker, citroensap en schil.

Andhrimnir kookt In Eldhrimnir Saehrimnir; 't Is 't beste vleesch; Geen schier kent Der Einherjen spijs. Grimnirs lied. Bovendien was de voorraad onuitputtelijk, want het wilde zwijn kwam altijd weer in het leven terug vóór het uur van den volgenden maaltijd.

Hierin legt men de komkommers en kookt ze een poosje, maar zij moeten eenigzins hard blijven; dan worden zij in een pot gelegd, het nat nog wat verkookt, en niet kokend, maar toch nog warm er opgegoten. Dit moet na verloop van 8 dagen en later nog eens worden opgekookt.

Om goede thee te zetten, moet men hardkokend water, en wel liefst regenwater, hebben. De thee mag wel op een komfoor worden gezet, maar men moet zorgen dat zij niet kookt. Bij het schenken moet men nooit water in de kopjes gieten, maar men schenke die ieder half zoo vol als men ze hebben wil, giete dan wat water in den pot, en vulle de kopjes verder aan.

Men neemt 80 gram sago op één liter vocht. Tapiocapap. Na de tapioca gewasschen te hebben, laat men ze een paar uur in de melk weeken. Men zet ze met de weekmelk op het vuur en als ze kookt, laat men ze op een zacht vuur nog een paar uur uitdijen. Nu en dan roert men, om het aanzetten te voorkomen. Men neemt 70 gram tapioca op één liter vocht. Vermicellipap.

5. Zalm in gelei. Men kookt in een aarden pot water met witte peper, citroenschijven, uijen, foelie, wat zout en 2

Op hooge bergen, alwaar de kwikkolom in den Barometer, door verminderde dampkringshoogte aanmerkelijk lager staat, kookt het water op veel lager temperatuur, dan op plaatsen aan het oppervlak der aarde of aan het gemiddeld oppervlak des Oceaans gelegen; zelfs kunnen de dagelijksche veranderingen in den druk des dampkrings op eene zelfde plaats het kooktemperatuur van water, circa 2 graden hooger of lager doen zijn; de druk op de kokende vloeistof dezelfde blijvende, zal het kooktemperatuur niet veranderen.

In het algemeen koken de Roemeniërs bij mooi weêr in de open lucht, 's Avonds groepeeren zich geheele gezinnen om een vuur, waarop de mammaliga kookt, de nationale schotel, een dikke brij van maïsmeel in zout water gekookt, en tegen den nacht geeft het roode schijnsel van het vuur, dat al die witte gedaanten, die er zich omheen dringen, verlicht, aan het landschap iets sombers en dreigends.

Als men ze kookt, moet men het nat bewaren, tot men zeker is dat er genoeg pekel op het ingemaakte komt, ten einde het, zoo noodig, er nog te kunnen bijgieten. Zuurkool. Men neemt voor de helft vaste witte kool, en voor de helft gele savooi kool, die men fijn snijdt, en dan met niet te veel zout luchtig met de hand door elkaâr roert, tot zij vochtig wordt.

Men roert ook door de saus, volgens de eerste dezer opgaven, wel eens gebakken spek aan kleine dobbelsteentjes gesneden. Bloemkoolsaus. Men maakt een stuk boter in meel fijn, en roert het, met zooveel meel als het aanneemt, door laauwe melk; dit zet men te vuur en, als het kookt, voegt men er nog een stuk boter, wat notemuskaat en zout bij, en bindt de saus ten slotte met een paar eijerdoijers.