United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Dat zal ik ook niet," hernam hij, zijne pijp neerleggende, en zijn kopje thee uitdrinkende, »ik zal eens een visite maken bij den ouden heer Duinstee, om te hooren of zijn zoon Bram er wat van weet, en dan eens naar Frits gaan, die is nogal slim en zal me mogelijk op het spoor helpen, die twee zijn volgens het getuigenis van Antje met Piet Snibs heengegaan."

»Kon ik ook denken dat gij daar niets van wist!" riep Bram getroffen door het zien van eene smart, die hem ter harte ging, »waarom heb ik mijn mond niet gehouden...." »Dat zou het gebeurde niet veranderd hebben," antwoordde Frits zachtmoedig, »en.... weten moest ik het immers toch...."

Bram zel met Liewde iwes brief ontfange, 't is anders 'n sjlecht Israëliet, want as ie met schoenpoese 'n sjlomp geld het verdhiend kan ie 't niet late as Joppie zee om zelvres bij 't sabbeslamp z'n cente te thelle. Nau Lewie, frucht van m'n liewde, leef frolik en geshond m'n liewe jonge. Sjhrijf me apsjluut van de SJLETEL en van de levransie.

»Suze!" begon Betsy, »gisteren was je nog geen uur weg, toen we een brief kregen uit Amsterdam van oom Muller. Hij schrijft mama, dat hij in de eerste plaats de zaak van Bram en Karel in orde heeft gebracht. Beide jongens zijn gezond en sterk: als ze goed willen oppassen bij het instructiebataljon te Kampen, zal hij ze zooveel mogelijk helpen.

»Piet Snibs! zoo één, dan hij!" verzuchtte dominé, misnoegd op zich zelf, dat hij de verdenking plaats gaf. »En nou dominé het zegt, schiet me te binnen," zei Antje, »dat ik Piet van ochtend met de jongeheeren Bram en Frits door de gang heb zien komen, onder elkaar pruttelend en mompelend." »En droeg hij dan een rol of zoo iets?" vroeg dominé gescherpt.

"Gesproken en niet gesproken," hernam de hansworst: "Ik ontmoette hem, of ik ontmoette hem niet, maar hij ontmoette mij, en toen liet hij, zonder iets te zeggen, deze prullen in mijn zak glijden. Hij heeft zich slecht gekweten. Daar Bram, pak aan! en als gij alles zult hebben weggemoffeld, zie ik u over een uur in de Bagijnenstraat weer."

Bram ging met looden schoenen niet dewijl het kind al wist, welk eene droevige ervaring er in het woord der behoeftigen schuilt: "het gaat er heen als eene veêr, het komt weêrom als een steen." neen, dewijl ook hij een' instinktmatigen afkeer had van de schuine deur, die men niet binnen gaat, maar insluipt.

Hij liet den knecht de post uit de bus halen, zei dankje, en liet 't stapeltje naast zich liggen, quasi-ingespannen schrijvend een brief aan een klant. Toch verbeeldde hij zich dat Bram en de werkvrouw achter zijn rug elkaar vragend aankeken en even fluisterden.

Hoor, Pastoor, ik ben Luters, en dat, wil ik, zullen myn jongens ook zyn, of 't zal er vreeslyk houden. En die Bram is nog al heel wys met zyn Meisje! Ik zou nog, met myn beste pruik op, en den nieuwen zwarten rok aan, heel beleeft moeten vragen, of ik de eer mogt hebben ... weg ... weg! Ik heb haar ook in een Herberg gezien, met nog twee wilde Knapen, en een andere Juffrouw.

Nog zie ik al die kasten open; en op de planken hier en daar eenige voorwerpen van te weinig waarde om meegenomen te worden: een koffiekan, een gekramden kop en schotel, een oude pop, een half versleten schaapjen op drie pooten; ginds een paar pantoffels; wat verder een gesp; op een andere plaats een gescheurde trommel van Jan; aan een kapstok, een ouden pantalon van u; en in een hoekjen een masker, dat gij te Berlijn op de maskerade gedragen hadt, en dat Bram meenam in 't rijtuig om de kinderen vroolijk te houden.