United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


», Vermaat!" riep een man, Reinier herkennend, »ben je waarachtig de ellende ontkomen?" 't Was een vroegere klant van zijn vader, die menig pondje tabak uit den winkel gehaald had. »Nou, wat zeg je er van?" ging hij voort: »Een prachtig vuurwerk, ?"

De zaak zal wel hierop neerkomen, dat men 'n schepsel zoekt die het talent heeft 'n onbedreven klant verschoten lapjes aantepraten. Heeft de specialiteit van zoo'n winkelmeubel werkelyk voor den patroon eenige waarde? Oefent zoo'n geacht lid van de toonbank inderdaad 'n goeden invloed uit op het geluk des Volks dat wat welvaart komt opdoen uit haar voorraad? Op my niet!

Om te geraken tot de tegenwoordige periode, heeft men een overgangstoestand gehad met nog al strijd, want niet maar zoo op eenmaal is de gelijke van de Banyanen uit Surate ertoe overgegaan, onze gewoonten te volgen, bij het leger van den koning in hofcostuum te verschijnen met een degen op zij, en niet plotseling is zijn echtgenoote de klant geworden van Redfern of Paquin.

Die zaak had mij smaak erin gegeven en ik gaf Scipio tien pistolen, om hem aan te moedigen tot nieuwe opsporingen. Zijn talenten in dit opzicht heb ik reeds geroemd. De tweede klant, die hij mij aanbracht, was een boekdrukker, die een werk van een confrater had nagedrukt en op wiens uitgave beslag was gelegd.

Inplaats van één prijs, stelde ieder, die artikelen of diensten te verkoopen had, een reeks van minstens vier prijzen vast: een "prijs voor werkelijke betaling", een "prijs voor geld", een "prijs voor quasi-geld" en een "prijs op goed vertrouwen" en de verkooper vroeg iederen klant die bij hem kwam, hoe deze wenschte te betalen.

Toen zijn nachtelijke arbeid gedaan was, kreeg hij een rijke belooning, en zijn klant zeide hem dat hij de dwergen over de rivier had gebracht, daar zij het land voor goed verlieten wegens het ongeloof van het volk. Ondergeschoven kinderen.

Evenals alle leden van zijn familie is hij een zeer bedrijvige, werkzame, wakkere, onrustige en bewegelijke klant; van 't aanbreken van de morgenschemering tot na zonsondergang is hij in de weer: zijn lied is van de gezangen, die men op een lentemorgen hoort, een der eerste; zijn eenvoudig wijsje weerklinkt nog na de avondschemering. Zijne bewegingen komen veel overeen met die van de Tapuiten.

Ook daar schijnt hij een vaste klant te zijn, want zoodra de juffrouw zijn nadering bemerkt, schuift zij de schotels met taartjes en cakes zoo ver mogelijk buiten ’t bereik van den klant, die zich niet ontziet om ze, vóórdat hij ze koopt, liefkoozend te bevingeren. „Wil u de beleefdheid hebben, mij ’n pèr zèndtèrtjes te geven?” vraagt hij, na te zijn binnengetreden.

Dus, verondersteld dat een klant een mes wilde koopen, dan zou de prijs daarvan "voor werkelijke betaling" zijn een schepel koren, de "prijs voor geld" een gouden of zilveren munt ter waarde van vijftig Amerikaansche centen, de "prijs voor quasi-geld" soms zooveel als hij in een mand en een andermaal zooveel als hij in een kruiwagen kon vervoeren; en vóórdat het ideëele geld voorgoed werd afgeschaft was er een wagen noodig om het geld te brengen.

Bommers’ oogen werden achter zijn bril zoo groot en rond als theeschoteltjes en, met een zekeren angst, zag hij zijn overbuur aan. Ja, in de oogen van dien klant schitterde een waanzinnige vonk: ’t was ongetwijfeld zóó, als hij reeds had gedacht,