United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Meigraaf is in wezen identiek met den Laubkönig, Graskönig, Pfingstlümmel enz., en beeldt uit de groeikracht der natuur; zie Mannhardt, Baumkultus, bl. 341, 355, 376. Die moet naar bed toe gaan. Zie Driem. Bladen VIII, bl. 33; men vergelijke de Luilakliedjes op bl. 194, 196 en 197, alwaar de verklaring. Hemelvaartsdag.

De Veerschipper. 320 De Schippersknecht. 323 De Barbier. 326 De Huurkoetsier. 329 Het Noordbrabantsche Meisje. 332 De Limburgsche Voerman. 335 De Markensche Visscher. 338 De Jager en de Polsdrager. 341 De Leidsche Peuëraar. 344 De Noordhollandsche Boerin. 347 De Noordhollandsche Boer. 350

De parvulis ad Christum trahendis, ib. p. 281; Contra tentationem blasphemiae, ib. p. 246. Le livre du chevalier de la Tour-Landry, p. 80, 81, vgl. Machaut, Livre du Voir-Dit, p. 143ss. Ib. p. 55, 63, 73, 79. Nic. de Clemangiis, l.c. p. 145. Quinze joyes de mariage, p. 127, vgl. p. 19, 29. 124. Froissart, ed. Luce et Raynaud, XI p. 225ss. Chron. Montis S. Agnetis, p. 341; J. C. Pool, Frederik v.

Er zijn dagen, waarop de Donau 1250000 cubieke meters slib naar zee voert. Elisée Réclus berekent, dat alle stroomen te zamen jaarlijks 10 cubieke kilometers slib in zee storten. Indien dit zich regelmatig verspreidde over den bodem der zee, dan zoude dat bezinksel in 341 jaren 1 centimeter dik zijn, en dus in 34 millioen jaren 1 kilometer.

Voorts kan de werking der wet der veranderlijkheid maken, dat zulk een gewijzigd wordend verschijnsel in contact komt met een ander, en dat dit laatste contact eene tegengestelde wijziging er bij opwekt, zooals bijv. bij het voorbeeld, zie blz. 341, van het contact van het vuur met iemand, die dit tracht te blusschen.

Hist. ten vervolge op van Reijd, 29, 57, 69, 98, 121, 162, 173, 178, 186, 197, 205; Charterboek, V 164, 274, 278, 333, 341, 358, 367; Register op de Staats-resolutiën, 411, 478, 511, 695; van Aitzema, Saken van Staet en Oorlogh, 4^o. II 116, 211, 626, 633, 643, 800; III 160, 265, 344, 348, 522; 63, 81; 10, 292, 520, 528; Kok, Vad. Woordenb.

Majombe; schijnt later een algemene naam te zijn voor de "oude koude grijze, die een motkas hield, en eêr was mijn vriendin" ... Goeree, Mengeldicht. 262. 21. wiens, relatief bij femin.: algemeen, ook Mndl., vgl. Van Helten, Vondels Taal § 126. 39. hantgespel; castagnetten. Vgl. noot van Cats bij vs. 341.

Constantinus II deed zijn broeder Constans den oorlog aan, doch werd in 340 bij Aquileia verslagen en verdronk op de vlucht. Constans voegde nu zijns broeders gebied bij het zijne, terwijl hij Thracia aan zijn broeder Constantius afstond. In 341 en 342 vocht hij voorspoedig tegen de Franken. Hij was een flink krijgsman. In den kerkelijken strijd was hij op de hand van Athanasius.

Over het oude graafschap Teisterband, in 'twelk het geheele Sticht, met het land tusschen Maas en Rijn, en van daar oostwaarts, met Kleef, Berg en Gulikerland, vervat werd, leze men Bilderdyk's Geschied. d. Vaderl. I. bl. 161, 193 en 341 volgg. De afleiding is deze: Bant, Ban is jurisdictie, regtsban, Deister is bogt, kromte van deisen, thans deinzen, afwijken.

La Marche, II p. 119, 144; d'Escouchy, I p. 245 , 247 ; Molinet, III p. 460. Chastellain, VIII p. 238. La Marche. I p. 292. Le livre des faits de Jacques de Lalaing, bij Chastellain, VIII p. 188 s. Oeuvres du roi René, I p. lxxv. La Marche, III p. 123; Molinet, V p. 18. La Marche, II p. 118, 121, 122, 133, 341; Chastellain, I p. 256, VIII p. 217, 246.