United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij stierf in 511, en liet zijn machtig rijk na aan zijne vier zonen, die elk een deel in bezit namen, maar voortdurend met elkander in oorlog waren. 't Waren ruwe mannen, die voor geen daad, hoe slecht ook, terugdeinsden. Geen denkbare misdaad was er, die niet door hen werd gepleegd.

Gaguini Epistole et Orationes, ed. Thuasne. II p. 176. Oeuvres de Coquillart, ed. Molinet, IV p. 284. Fust = hout. font caroles = in 't rond staan. Deschamps, VIII p. 201, no. 1489. Gerson, de Angelis, Opera, III p. 1481, De praeceptis decalogi, I p. 431, Oratio ad bonum angelum suum, III p. 511, Tractatus VIII super Magnificat, IV p. 370; vgl. III p. 137, 553, 739. Opera. IV p. 389.

Men kookt een half kilo goed gewasschen rijst half gaar met melk, dan voegt men er drie vierdedeel van de santen bij uit een kokosnoot verkregen. De wijze, waarop men santen uit kokosnoot verkrijgt, vindt men beschreven in R. 511. Men brengt het vocht aan de kook en bindt het met maizena. Rijst met karnemelk.

Hij overwon de Westgothen, bij Poitiers en maakte zich meester van zuidelijk Gallië tot aan de Pyreneeën. Hij stierf in 511. Amandus. Dien jongen lieten de ouders in den Christelijken godsdienst opvoeden en in alle toen bekende wetenschappen onderwijzen. Amandus groeide op tot een zeer ontwikkeld en geleerd man en mocht hopen in zijn geboorteland tot hooge waardigheden op te klimmen.

Verg. den IIen Zang, vs 511, volgg. Ie Zang, vs 333, bl. 10, rl 13 v.b. En, zucht voor 't vaderland, voor huwlijkskoets en kroost, Maakt al wat wapen droeg den wissen dood getroost. Deze plaats is opmerkelijk, om de door D. C. medegedeelde variante, of liever verbetering des dichters.

Door het bezorgen van eene prachtige uitvaart of lijkstatie en het stichten van eene kostbare marmeren Graftombe in het koor der Groote Kerk te Leeuwarden, trachtten de Friesche Staten de nagedachtenis te huldigen van den voortreffelijken vorst, aan wien men zich ten hoogste verpligt gevoelde . VAN REYD, 329; Regist. Staats-res. 511; Chart. WAGENAAR, V. H. X 408; BOSSCHA, Heldend. I 274 env.

Na den dood van hunnen vader, in 511, verdeelden de zonen zijn rijk. Zij en hunne afstammelingen breidden de macht der Franken zuidwaarts in Burgondië en oostwaarts in Germanië uit. De zonen en afstammelingen van Hlodwig waren gedurig met elkander in twist.

Hist. ten vervolge op van Reijd, 29, 57, 69, 98, 121, 162, 173, 178, 186, 197, 205; Charterboek, V 164, 274, 278, 333, 341, 358, 367; Register op de Staats-resolutiën, 411, 478, 511, 695; van Aitzema, Saken van Staet en Oorlogh, 4^o. II 116, 211, 626, 633, 643, 800; III 160, 265, 344, 348, 522; 63, 81; 10, 292, 520, 528; Kok, Vad. Woordenb.