United States or United States Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij bedekte het gelaat met de handen. Onbeweeglijk als een marmeren beeld stond de ridder daar, terwijl hij, als door een bliksemstraal, die in zijn ziel viel, tot inzicht werd gebracht.

"Knor maar niet, Geert," zeide Bouke: "gij zult heel spoedig van den hond ontslagen wezen." "Ja! alsof er niet een ander in de plaats zou komen?.... En jij hadt ook je voeten wel mogen vegen, Bouke! eer je de marmeren trappen bevuilde." "Erm daar ook maar niet over! binnen veertien dagen ben ik op reis en weg." "Op reis? en waarheen dat?"

De drie prachtige marmeren zuilen, die er nog van over zijn, elk bestaande uit één enkel blok van 12,5 meter hoogte, zijn zóóver gedaald, dat zij nog slechts 6,30 meter hoog zijn.

Apollonia-kapel, insgelijks met een prachtig hek van de Vos afgesloten. De wit marmeren preekstoel bezit uitmuntende bas-reliefs, alsmede marmeren trap en leuning. Hij is niet, zooals wel wordt beweerd, uit één stuk marmer vervaardigd, maar de verschillende stukken zijn zoo zuiver aan elkander gezet, dat men met moeite de voegen kan ontdekken.

Uilenspiegel antwoordde niet, doch volgde met gebogen hoofde den deken, die hem leidde in een kleine kapel, waar een marmeren graf was, gedekt met eene zerk, mede van marmer. Tusschen het graf en den muur der kapel was eene opening van ruim eene hand breed.

Intusschen gingen zij naar binnen en werden door juffrouw Thomas plechtig door groote en kleine portalen al de kamers, de met eikenhouten beschoten boekerij en de groote gezelschapszaal rondgeleid, in welke laatstgenoemde de witte hoofden van marmeren beelden spookachtig uit de bruin linnen zakken, waarin zij gehuld waren, staken.

En als de geliefde Helleensche liederen, zoo wonderbaar schoon gezongen, tot mijn oor doordringen, dan zie ik in mijne verbeelding mijn vaderland voor mij; dan zie ik zijne olijf- en pijnbosschen, zijne frissche smaragdgroene stroomen, zijne blauwe zee, zijne prachtige steden, zijne met sneeuw bedekte bergtoppen en marmeren zalen.

Maar eenig in zijne onsterfelijkheid, in heilige majesteit, goudene marmeren goddelijkheid, rijst boven de stad, op den Akropolis, eeuwig schoon, het allerschoonste wat ooit menschen bouwden.

De middelste der vijf koepels rust op zes-en-dertig marmeren zuilen van allerlei kleur, van welke acht, uit serpentijnsteen gehouwen, van Konstantinopel afkomstig zijn, even als de koperen deuren, die toegang tot de kerk verleenen.

Wonderbaarlijke marmeren paleizen, wit als gebeeldhouwd ijs, verrijzen aan de grens van tooverachtige bosschen, of glinsteren op een vooruitspringende vlakte van het gebergte, en hunne tuinen en terrassen loopen schuin af naar een stil en eenzaam strand. Het tooneel is inderdaad »schoon als een stukje van het Paradijs