United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


III, 1691, 51; BOSSCHA, Heldendaden, II 166, 232, 240, Bijlage 9 env.; Friesche Volks Almanak, 1841, 62.

Het gedrag van het regiment van Aylva bij den overtogt van Lodewijk XIV over den Rijn, op den 12 Junij 1672, is in het schoone werk van Bosscha, Neêrl. Heldendaden, II 57, wel uitvoerig en naar verdienste voorgesteld, volgens Valckenier, 't Verwerd Europa, XV 455 en andere bronnen, doch kort daarna heeft D^o.

WINSEMIUS, 805, 810, 814; VAN REYD, 176-198; VAN LEEUWEN, Kronyk, 202; BOSSCHA, Heldendaden, I 303, 309.

Dus spreekt de Hoogleeraar BOSSCHA, Heldendaden, I 34, 35, die deze en andere krijgsbedrijven der Friezen met hoogen lof vermeldt. Maar vooral behaalden de Friezen grooten roem wegens hun ~beleid~, bij de belegering van de stad Aken, in 1248.

Dan zegt gij: heerlijke landouwen, Ook gij, bekoorlijk lustwarand, Moogt roemen op uw schoonste vrouwen, Ook gij zijt Neêrlands diamant. P. Bosscha. 1839. 'k Doolde vol vreugd door uw malsche landouwen, 'k Heb aan uw duinzoom weldadig gerust; 't Oog mocht uw lieflijke Mantling aanschouwen En heeft bewondrend gestaard op uw kust. S. J. v. Den Berg.

Zie het uitvoerig verhaal bij SYLVIUS, I 427; VALKENIER, 't Verwerd Europa, 803; d' Ontroerde Leeuw, 46; SIEGENBEEK, Geschiedenis der Burgerwapening, 130; BOSSCHA, Heldend. Ter belooning van "dese heroïque actie der Burgeren" werden, nog in dat zelfde jaar, aan Blokzyl stedelijke regten toegekend, volgens octrooi van Prins WILLEM III.

Zie WINSEMIUS, 816-822; Charterboek, IV 883; VAN REYD, 231-241, 253; V. D. SANDE, 22; BOSSCHA, Heldendaden, I 319; WAGENAAR, VIII 368; WICHERS, Tractaat van de Reductie der Stadt Groningen, 1794, II 277.

Ook onzen dichter GYSBERT JACOBSZ. met vrouw en zoon. Zie HALBERTSMA, Hulde, II 299. VITRINGA, I 430; BOSSCHA, II 18; AITZEMA, XI b 1034 env. De Oorlogen met Frankrijk.

Is het wonder, dat de deugden, aan woeste volken eigen, bij de Friezen lang gepaard bleven met de sporen der aloude ruwheid?" En zulks te meer, omdat de Friezen, te gelijk met de Franken, in de Noormannen en Denen nog woester en gevaarlijker vijanden hadden te bestrijden, waartegen zij eeuwen lang een woedenden krijg voerden. J. BOSSCHA, Neêrl. Heldendaden te land, Leeuw. 1834, I 22.

BOSSCHA, II 301, 541 env. Bovendien had Staat gelijktijdig over de 50 zware linieschepen in dienst. De schuld der republiek werd door dezen oorlog vermeerderd met 350 millioen! ROMYN DE HOOGHE, Spiegel van Staat, Amst. 1706, I, 7e tafereel, 28.