United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


De notulen vermelden: "De voorzitter herinnert er aan, dat het onlangs tot de Rijkscommissaris gerichte verzoek inzake verordening 137/1940 niet van het Convent is uitgegaan en dat niet alle in het Convent vertegen-woordigde kerken daaraan hebben deelgenomen. Het commentaar van ds. Buskes: "De Duitsers hebben ervoor gezorgd dat dit onderwerp weer op de agenda is gekomen." a.

Zeer schoon zijn vooral die soorten, welke gevlekte bladeren dragen, wijl deze vlekken vaak ook op de bladstelen voorkomen. De figuren 136 en 137 toonen twee jonge Dieffenbachia's, namelijk de Dieffenbachia Baumannii en de zeer schoone Dieffenbachia magnifica. In de kweekerijen worden deze planten door stekken en ook door stamstukjes voortgekweekt.

De tweede omgewerkte druk verscheen in 1758 in 4^o. De mindere waarde van dezen laatsten druk heeft Dr. J. H. HALBERTSMA uitvoerig aangetoond in zijne Fragmenten over het geslacht der van Harens, bl. 100, 137.

De tegenwoordige staat van onze kennis veroorlooft ons niet uit te maken, of het geslacht der Geparden meer dan één soort omvat. Eenige onderzoekers zijn van meening, dat de Afrikaansche en de Aziatische Jachtluipaard tot dezelfde soort behooren, andere onderscheiden, behalve de Tschita of Aziatische Gepard (Cynailurus jubatus) en de Fahhad of Afrikaansche Gepard (C. guttatus), nog de Gevlekte Gepard (C. Soemmeringii) en de Wollige Gepard (C. laneus). De Tschita is zeer lang en schraal, ook veel hooger op de pooten dan de eigenlijke Katten; de kop is klein en meer als een hondekop verlengd, dan als een kattekop afgerond, het oor is breed en kort, het oog heeft een ronde pupil; de beharing is vrij lang en ruig, vooral op den rug, de grondkleur van de vacht is zeer licht geelachtig grijs, hierop staan zwarte en bruine vlekken, die op den rug dicht opeengedrongen zijn, ja zelfs bijna ineenvloeien, ook over den buik zich voortzetten en zelfs den staart nog gedeeltelijk bedekken, daar zij slechts in de nabijheid van de spits zich tot ringen vereenigen. De lichaamslengte van den Tschita bedraagt hoogstens 137, de lengte van den staart hoogstens 76, de hoogte in de schoften 76

Wetten en bepalingen baten niets, zoo lang men de uitvoering daarvan en het toezicht daarover, opdraagt aan schelmen. Ook hier is de leer toepasselyk die er te halen valt uit het voorval op 'n audientie by den Keizer van Rusland, dat ik aanhaalde in m'n eerste brochure over Vryen-arbeid, uitgaaf 1873, blz. 137. Vgl. blzz. 345 en 346.

J. Scheltema, drie verhandelingen over de Geschiedenis der Zuiderzee, over de Veranderingen der kusten en Aanwijzing van bijdragen daartoe, in zijn Geschied- en Letterkundig Mengelwerk, Utr. 1836, VI^e dl. 2e st. bl. 55, 103, 137; Dr. Acker Stratingh, Aloude Staat, waarvan het eerste deel de Bodem en de Wateren bevat; maar vooral naar de Redevoering over het ontstaan der Zuiderzee, van Dr.

Aug. Sept. 1913. Blz. 101 Mestra: Dochter van den koning Erisychtheion. Men zie de Metamorphosen van Ovidius Naso. Blz. 123 There are: Er zijn veel dichters, die nimmer hebben geschreven. Blz. 137 Then from: "Toen uit de spelonken van mijn droeve jeugd ik sprong," enz. Blz. 148 C'est le pardon: Het is de vergiffenis om der wille van de glorie.

Op twee dagen wees de thermometer in de tent eenige uren lang 93°, maar in de open lucht, in wind en zon slechts 85°. Het zand was buitengewoon heet; plaatsten wij den thermometer in wat bruinkleurig zand, dan rees hij onmiddellijk tot 137°; en hoeveel hij nog meer gerezen zou zijn, weet ik niet, want de verdeeling raakte niet verder.

Claudius Pulcher, consul in 143, werd eerst door de Salassiërs, een alpenvolk, verslagen, doch behaalde later eene overwinning op hen en hield toen, trots de weigering van den senaat, een zegetocht binnen Rome onder bescherming zijner dochter Claudia, vestaalsche maagd, die op den zegewagen was gesprongen en den arm om haar vader sloeg. Hij was censor in 137. De als volkstribuun bekende Tib.

XVIII p. 366. L.c., t. XLI p. 489. Dion. Cart. De laudibus sanctae et individuae trinitatis t. XXXV p. 137; de laud. glor. Virg. Mariae, en passim. Het gebruik der supertermen ontleent hij reeds aan Dionysius treopagita. James, Varieties of rel. exp., p. 419. Beide voorbeelden naar James, l.c., p. 417. Opera, I p. xliv. Seuse, Leben, cap. 3, ed.