United States or Israel ? Vote for the TOP Country of the Week !


Jammer dat ze van geen betere familie is: ik zou haar anders bepaald 't hof maken, misschien trouwen..." "Ze is charmant, dat geef ik je gewonnen, maar geen partij." "Daarom: pour le badinage bon, pour le mariage non!" "Pour le badinage," sist Dorus onwillekeurig tusschen de tanden "zoo'n vlegel!" Hij is op 't punt zich in 't gesprek te mengen, maar hij bedenkt zich nog bijtijds.

Maar Hateling schermde er zacht fluisterend tegen Klaartje met zijn "malheureux au jeu, heureux en mariage" tusschen, en speelde haar de slagen toe, en was haar winst met een teeder gevoel in de oogen, en hielp haar op het bostonkaartje kijken, en kwam zoo dicht bij haar aangezicht, dat haar mooie krullen zijn wang en bakkebaarden aanraakten, en prees mevrouw Vernooys verstandig spelen, en mevrouw Vernooy was verrukt van den lieven, hupschen, gezelligen Hateling, die zoo recht geschikt was om uit eten te gaan!

Om een teere, vrouwelijke stemming uitgedrukt te vinden, moet men het Christine zelf vragen, zooals in haar versje, dat begint: "Doulce chose est que mariage, Je le puis bien par moy prouver".... Doch hoe zwak klinkt het geluid van een enkele vrouw tegen dat koor van hoon, waarin de platte bandeloosheid instemt met de zedepreek.

Hier ziet men voor oogen, hoe uit de gemeenzame afbeelding een gemeenzame opvatting groeide, die elke heiligheid schond. Joseph bleef in de volksverbeelding een half-komische figuur; nog dr. Johannes Eck moest erop aandringen, dat men hem in het kerstspel of in het geheel niet, of althans op betamelijker wijze zou voorstellen, en hem geen pap zou laten koken, "ne ecclesia Dei irrideatur." Tegen deze onwaardige woekeringen was de beweging van Gerson voor een passende Joseph-vereering gericht, die tot zijn opneming in de liturgie met voorrang boven alle andere heiligen leidde. Wij zagen echter boven reeds, hoe ook Gerson's ernstig streven hem niet vrijhoudt van die onbescheiden curiositas, die aan het onderwerp van Joseph's huwelijk haast onvermijdelijk verbonden scheen. Voor een nuchteren geest (en Gerson, ondanks zijn voorliefde voor de mystiek, was in veel opzichten een nuchtere geest) mengden zich altijd weer in de beschouwing van Maria's huwelijk overwegingen van zeer aardschen inhoud. De ridder de la Tour-Landry, ook een type van nuchter welmeenend geloof, ziet het geval onder dit licht. "Dieux voulst que elle espousast le saint homme Joseph, qui estoit vieulx et preudomme; car Dieu voulst naistre soubz umbre de mariage pour obéir

Het is een bron van velerlei misdrijven; daar bij de heilige plaatsen zijn steeds de verfoeilijke koppelaarsters aanwezig, om de meisjes te verlokken. Het is het gewone geval in de Quinze joyes de mariage: de jonge vrouw wil wel eens een verzetje en bepraat haar man, dat het kind ziek is, omdat zij de bedevaart nog niet heeft volbracht, waartoe zij in 't kraambed de gelofte deed.

De oude satire van cynische vrouwenverguizing krijgt er op eens een heel andere, verfijnde stemming door: in de Quinze joyes de mariage is de botte vrouwensmaad van voorheen getemperd door een toon van stille desillusie en gedruktheid, die er het navrante aan geeft van een moderne huwelijksnovelle: de gedachten zijn ijl, vluchtig uitgedrukt; de gesprekken zijn te teer voor de boosaardige bedoeling.

Eustache Deschamps wijdt een lang, allegorisch en satirisch leergedicht Le Miroir de Mariage aan de nadeelen van het huwelijk; als hoofdpersoon treedt daarin op Franc Vouloir, door Folie en Désir aangespoord om te trouwen, door Repertoire de science daarvan teruggebracht.

Wij gaan ons vereenigen in één vorm, die van verlofsofficier. Zeer zeker, het is wel een mariage de raison, maar het zal een ideaal huwelijk zijn ook! Want wij zijn tesamen gekomen door een gemeenschappelijken drang, wat goeds te doen. Zooals in ieder huwelijk de plicht een goede toekomst waarborgt, zoo zál de plicht, iets goeds te doen voor den soldaat, ons huwelijk vruchtbaar maken.

Chastellain, VII p. 223; La Marche, I p. 276, II p. 11, 68, 345; du Clercq, II p. 197; Jean Germain, Liber de virtutibus, p. 11; Jouffroy, Oratio, p. 173. d'Escouchy, I p. 234. Zie hierboven p. 201. Le miroir de mariage, XVII vs. 1650; Deschamps, Oeuvres, IX p. 57. Chansons françaises du quinzième siècle, ed. XLX, p. 50; vgl.

Ge zult als ik met Vreese ophebben, wanneer ik u verzeker, dat het hem nog nooit was ingevallen te wenschen: "dat Betsy rijk ware!" dat de gedachte aan een' mariage de raison hem nog een gruwel was. Het is waar, hij telde naauwelijks zeven en twintig jaren, maar: "liever naar de Oost, dan door eene rijke vrouw de man te worden!"