Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Uilenspiegel liet den provoost niet spreken, die, hoestend, zich gereedmaakte om hem te beschuldigen, en zegde: Heer, in stee van raven, heb ik twee edele verraders van uw gevolg gedood. Vervolgens vertelde hij wat hij gezien, gehoord en gedaan had. De Zwijger sprak geen woord.

En de assche van Klaas klopte op Uilenspiegel's borst. In de Herfstmaand, als de muggen niet meer bijten, stak de Zwijger te Sint-Vijt den Rijn over met zes stukken veldgeschut en vier zware kanonnen, en met veertienduizend Vlamingen, Walen en Duitschers.

"Ik ben ook geen afstammeling van den grooten Zwijger," antwoordde deze. "Het ligt in uw geslacht, Uwe Hoogheid! om over zijn drift te heerschen. Ik admireer u, imiteeren kan ik u niet." "Mij imiteeren?" zeide de Prins met een treurigen glimlach. "Doch daar is de knaap. Kom nader, Pieter!" Pieter kwam bedeesd nader.

En Uilenspiegel trakteerde hem en liet hem eten en drinken, zooveel als hij kon. De hertog wilde geen slag leveren, doch bestookte den Zwijger op 't platteland tusschen Gulik en de Maas; Oranje deed overal den stroom peilen, te Hond, Mechelen, Elsen, Meersen, en overal vonden zij er voetangels in, om de mannen en peerden te kwetsen, die zouden pogen den stroom over te steken.

God liet dit niet toe, de Duitsche ruiters en landsknechten weigerden verder te gaan, en zeiden dat hun eed sprak van tegen den hertog van Alva te vechten, doch niet tegen Frankrijk. Hij heeft hun gesmeekt hun plicht te doen, doch tevergeefs; de Zwijger was gedwongen hen langs Champagne en Lotharingen te brengen naar Straatsburg, van waar zij naar Duitschland terugkeerden.

Waar zijn de geldkisten, die vleugelen hebben? De Zwijger gaat henen, God leide hem! De twee graven zijn reeds gevangen; Alva belooft aan den Zwijger goedertierenheid en vergiffenis, zoo hij vóór hem wil verschijnen.

Hoorne aan zijn harde stem; graaf Lodewijk van Nassau aan zijn mannelijke, krijgshaftige taal, en den Zwijger aan de langzame wijze waarop hij zijne woorden uitsprak, alsof hij elk hunner vooraf wilde wegen. Graaf van Egmond vroeg waarom men hen een tweede reize bijeenriep, terwijl zij te Hellegat hadden kunnen beslissen wat er te doen stond.

Naar de lichamen wijzend, zeide de prins: Begraaft ze als kerstenen. En wat gaat men met mij doen? vroeg Uilenspiegel. Dat men mij kastijde als ik kwaad, en loone als ik goed deed. Toen sprak de Zwijger: Die soldaat zal in mijne tegenwoordigheid vijftig slagen krijgen met een stok van groen hout, omdat hij, in weerwil van alle tucht en zonder bevel, twee edellieden doodde.

Oorlog om Oorlog! Leve de Geus! Terwijl Uilenspiegel te Ieperen was en soldaten voor het leger van den Zwijger aanwierf, werd hij gezocht door de serjanten des hertogen. Dienvolgens bood hij zich aan als koster bij den proost van St.-Maartens-kerk.

Adellijke heeren zullen daar bijeenkomen, in de kamer vóór de schouw, waarin gij zijn zult. Het zijn Willem de Zwijger, de prins van Oranje, de graven van Egmond, van Hoorne, van Hoogstraten en Lodewijk van Nassau, de dappere broeder des Zwijgers. Wij, hervormden, willen weten wat die heeren willen en kunnen voor de redding onzer landen.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek