Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Daar haalt dan ook zes hem al voorbij; die weet wat het zegt, zijn adem voor het laatst bewaren.» «En zeven ook; drie en vier raken het kwijt; wat zeide ikmerkte Simon op. «Om het even, als dat gladde gezicht er maar niet komtmeende de kolenbrander uit Acharnai. «Ik zie hem wel, als ik 's morgens vroeg met mijn kolen in Athene kom; dan zwiert hij nog met zijn makkers langs de straat en haalt allerlei streken uit.» «Pheidippides is het, de zoon van Timotheoszeide een deftige Athener van goeden huize, die zich thans voor het eerst in het gesprek mengde. «Ik ken zijn vader, een braaf man, die niet ledig heeft gezeten toen het gold den tiran Hippias te verjagen.

Wie in de avondschemering langs den boschzoom sluipt, zal een flauw pienk, pienk, vlak bij zich hooren, en als hij zich omkeert om te luisteren waar het geluid vandaan komt, zwiert er snel in schuine lijn een houtsnip boven zijn hoofd en begint spiraalsgewijze naar den hemel te kringen, terwijl hij in de grootste opwinding klokt en twettert.

Een rei van Maagden volgt, in linnen statiekleeden, En zwiert door de outers heen met afgepaste treden, Of huppelt, in een' kring, met zon- en maanlicht om, En schudt de sisterroede of doffen rinkelbom, En slaat, terwijl in 't rond de krijgers DOODSLAG galmen, De uit angst gezonken borst met blanke handenpalmen.

Bij donkere lucht verdrietig en ontevreden, dartelt hij bij zonneschijn hoog in de lucht rond en maakt vreemdsoortige zwenkingen; hij stort zich b.v. plotseling van een aanzienlijke hoogte hals over kop naar beneden en stijgt daarna weer langzaam omhoog, of zwiert als een Duif met haastige vleugelslagen schijnbaar doelloos door de lucht; het is daarom niet altijd gemakkelijk hem te herkennen.

Daar leeft hij, meer een bewoner van de vergruisde gesteenten dan van de rotsen, een diksnavelige met de gewoonten van een Tapuit, steeds gezellig, zoolang de voortplantingszorgen hem niet tot afzondering nopen, familiesgewijs of kleine troepen vormend. Vroolijk wipt hij van den eenen steen op den anderen of zwiert, meestal laag vliegend, door de lucht.

Een' dichten zwerm gelijk, van vliegend roofgediert' Dat, als de pestsmet woedt, om 't rijzend kerkhof zwiert En rondgiert onder 't zwerk, en, waar zy lijken rieken, Al schaatrend nederstort en klappert met de wieken; Hief half de Hel zich op by 't klaatrend moordgerucht, En juichte 't bloedbad toe, al hangende in de lucht.

'k Wenschte steeds met heet verlangen, Dat ik u ten mantel wierd, Die u met zijn losse plooien Langs de blanke schoudren zwiert! Of ik zag mij gaarn veranderd, In het helder bronkristal, Dat, met oorenstreelend ruischen, Kronkelt door het lomrig dal, Opdat, als ge uw poezle leden Wascht in 't zilverspattend vocht, Ik, bij felle zomerhitte, Die verkoelen, streelen mocht!

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek