United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Natuurliker wyze treft men de zuid-nederlandsche namen meest in de zuidelike gewesten, de noord-nederlandsche meest in het Noorden aan. En dit is niet slechts in het algemeen het geval, maar het komt zelfs ook zeer in het byzonder voor, veel meer dan men zoude meenen te moeten afleiden uit de, toch niet zóó zeldzame wisseling van bevolking tusschen het Noorden en het Zuiden.

In de zuidelike Nederlanden, bepaaldelik en vooral in West-Vlaanderen, zijn eenige geslachtsnamen inheemsch die den patronymikalen uitgang in den form ynck vertoonen. Deze schrijfwyze der i als y berust op de uitspraak die in den tongval van dit gedeelte van Vlaanderen, met Zeeusch- en Fransch-Vlaanderen, gehoord wordt.

Die oude, veelal middeleeusche, of anders 16de eeusche spelwyze was eertijds even zeer gebruikelik in de noordelike als in de zuidelike Nederlanden.

Onder deze namen in verouderde spellingen, die van oude, velen zelfs van zeer oude dagteekening zijn, en die in de zuidelike Nederlanden in grooter aantal voorkomen als in de noordelike, zijn vele belangryke en merkweerdige namen. Als voorbeelden mogen hier dienen: De Saegher, Blancquaert, Lancsweert, enz.

De verwaarloozing der h in de uitspraak had ook inkrimping van het lidwoord ten gevolge, in geslachtsnamen als D'Haese, D'Hondt, D'Hert, D'Hoedt, enz. die allen in de zuidelike Nederlanden inheemsch zijn. In enkele gevallen is die h, als beginletter van eenig woord, ook geheel verdwenen, ten gevolge waarvan het lidwoord geheel met het hoofdwoord is saamgesmolten.

Het gebruik om patronymika met ing te formen, stierf, na 't jaar 1000, ook niet overal in de nederlandsche gewesten gelijktydig uit. Het eerste geschiedde dit by de frankische en friso-frankische volksstammen in de zuidelike en westelike gouen. By de saksische en friesche stammen in het oosten en in het noorden bleef het langer in gebruik. By de Friesen waarschijnlik wel tot in de veertiende eeu.

Men verstond niet meer wat zulke namen als Huging, Ernestink, Homminga eigenlik beduidden. En zoo maakte men zulke toenamen dan ook niet meer, en raakten ze geheel in onbruik. Overal in de Nederlanden geschiedde dit niet gelijktydig. Hier gebeurde 't eerder, dáár later. In de zuidelike Nederlanden wel het eerst; later in Holland en Gelderland; het laatst in Friesland.

Onder deze mans-namen, waarvan er velen eigen zijn aan de zuidelike, bepaaldelik aan de brabantsche gewesten, zijn er niet weinigen, waarvan my de beteekenis min of meer duister is. Als zoodanigen noem ik: Wittemans, Geloudemans, Mortelmans, enz.

Er was meer dan één middel dat men kon aanwenden; maar de geleerde man koos het zotste dat men uitdenken kon, hij veranderde namelijk en voegde bij, voor en achter, zoodat het door de onkundige menigte voor een grieksch woord werd aangezien, maar geen woord meer was, slechts een klank, een geluid." En ook in de zuidelike, in de brabantsche gewesten, heerschte deze onzede.

Dit is vooral het geval in eenige streken van de zuidelike Nederlanden, van Brabant en Vlaanderen. Daar wordt deze uitgang ink gewoonlik inck geschreven, op oud-nederlandsche wyze. Zie hier eenigen van deze geslachtsnamen, zoo wel uit Noord- als uit Zuid-Nederland, en beide schrijfwyzen vertoonende: Arink, Beernink, Bennink.