Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Thuis gekomen, vond hij den vollerbaas in vollen arbeid: vele uitgehangene toga's weêrkaatsten den zonneglans op. De dominus groette de vollers en volsters, ging de houten trap reeds op.... Dominus, riep op den drempel de vollersbaas hem na. Wat is er? vroeg de dominus. Is het nog in orde bij jullie boven? Hoe meen je? Is er niet een verzakking of scheuring in de muren zichtbaar?

Johannes voelde weder hoe het was, toen Windekind hem had leeren bidden. Was zij daar niet, de lichte gestalte in het blauwe kleed? Zie! daar midden in het licht, wat daar schemert in een waas van goud en blauw, is dat niet Windekind, die hem wenkt? Johannes vloog naar buiten in den zonneglans. Daar stond hij een oogwenk stil.

En is dat gunstig oogenblik gekomen, dan gaat het bevel uit zijn mond aan zijn knechten uit. En morgen, als nauw de zon is opgegaan, is dat halmenveld ten doode gedoemd. Dat goudgeel graan heeft voor het laatst in den zonneglans geblonken.

En steeds verblindender hoopt straal op straal zich, tot in hellen zonneglans de onafzienbare wering opdoemt, binnen dewelke ik Anselmus aanschouw.

Zij had zoo gaarne veel zonneglans en harmonie in hare kleine woning willen brengen, maar zij was geene fee, en ze voelde zich zoo zwak en reeds niet bestand tegen de kleine lasten van het leven, en ze dorst niet te hopen op een rooskleuriger toekomst, daar de gedachte er aan haar, uit een aangeboren vrees, steeds huiveren deed, en haar een vaag, onduidelijk schrikbeeld voor den geest bracht, van iets sombers en rampzaligs, dat zij niet in woorden had kunnen schetsen.

Zij kwamen terug in 't heerlijkste getijde van het gansche jaar, met de ontluikende blaadjes op de heesters, met het lente-geroep van den koekoek in de blauw-wazige verten, met de wegschietende zilverschichtjes van de visschen in het water, met de verkwikkende geuren van alles wat herleefde en bloeide, met de zachte weelde van de vette koeien in de malsche wei, waar zij zich als groote, zware bloemen langzaam in den zonneglans bewogen, terwijl de jolige koewachtertjes, ravottend, onder 't trosje hooge populieren, in wild gestoei hun lentevreugd uitjubelden.

Gij zult u voorzeker dat bezoek niet beklagen, hetzij ge u nederzet onder het geboomte en den blik slaat op die inderdaad keurige bloemperken en op dien vijver door den zonneglans verzilverd en met goudschubbige visschen als bezaaid; hetzij gij de zaal beschouwt, waarin Leidens ~beau monde~ de vlucht neemt, wanneer het zomerweder maar niet wil toegeven dat DUNKLER of V

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek