United States or San Marino ? Vote for the TOP Country of the Week !


De geyser. XXXV. Naderend onweder. De rotsen van den oever. Een orkaan. Werking der electriciteit. Hevigheid van den orkaan. De electrische kogel. Altijd op zee. XXXVI. Vreugde van den professor. Toebereidselen voor de terugreis. Werktuigen gered. De professor denkt aan zijne collega's. Op welke hoogte? XXXVII. Verloren reis. Landverkenning. Verbastering der schildpad. De beenderenvlakte.

XXXVII. Wraakzucht is Begeerte, waardoor wij uit wederkeerigen Haat ertoe worden gedreven, hem, die ons op grond van dezelfde aandoening benadeelde, kwaad te doen. XL v.d. XXXVIII. Wreedheid of Gruwzaamheid is Begeerte, waardoor wij worden gedreven iemand, dien wij liefhebben of met wien wij medelijden gevoelen kwaad te doen.

Hoofdstuk XXV. XXXVII v.d. Ontspringt zij echter uit een aandoening dan is zij Eerzucht, ofwel die Begeerte waardoor onder het mom van Vroomheid meestal tweedracht en opstand verwekt worden.

Vs. 1614 vlgg. en 1996 vlgg. Vgl. de uitvoerige mededeelingen daaromtrent bij TE WINKEL, bl. 387 vlgg. Ed. DE VRIES. Bij de opgave der hss. van TE WINKEL, bl. 392 moeten gevoegd de Baseler Fragmente waarover zie: Germania, XXXVII, 410. Karakteristiek van den inhoud door J. KOOPMANS in: Tweem. Tijdschr., 1899. Over den, in den Lekenspiegel opgenomen, Sidrac vgl. TE WINKEL a.w. bl. 396.

De vrije mensch handelt nooit te kwader, doch steeds te goeder trouw. Bewijs. St. XXIV v.d. Gevolg St. XXXI v.d. Derhalve handelt de vrije mensch enz. H.t.b.w. Stelling LXXIII. De mensch, die door de Rede geleid wordt, is in den Staat, waar hij volgens algemeen besluit leeft, vrijer dan in de eenzaamheid, waar hij alleen zichzelf gehoorzaamt. Bewijs. St. LXIII v.d. St. XXXVII v.d. XXXVII v.d.

Stelling LI. Ingenomenheid is niet in strijd met de Rede; kan daarmede zelfs in overeenstemming zijn en er uit voortkomen. Bewijs. St. St. Derhalve is zij in overeenstemming met de Rede enz. H.t.b.w. Anders. St. XXXVII v.d. Opmerking St. H.t.b.w. St. XLV v.d.

Gevolg II: Het ligt in den aard der Rede, de dingen in een of ander opzicht te beschouwen uit het gezichtspunt der eeuwigheid. Bewijs. St. XLI v.d. Axioma VI v. St. Derhalve ligt het in den aard der Rede de dingen in dit opzicht te beschouwen uit het gezichtspunt der eeuwigheid. St. XXXVIII v.d. St. XXXVII v.d. H.t.b.w. Stelling XLV.

Haat kan nooit goed zijn. Bewijs. St. XXXVII v.d. Derhalve enz. H.t.b.w. Opmerking: Ik doe opmerken dat ik hier en in het vervolg onder Haat alleen versta haat jegens menschen.

Gevolg I: Nijd, Spotzucht, Minachting, Toorn, Wraakzucht en de overige aandoeningen, welke als soorten van Haat te beschouwen zijn of uit Haat ontspringen, zijn slecht; hetgeen eveneens blijkt uit Stelling XXXIX van Deel III en uit Stelling XXXVII van dit Deel. Gevolg II: Al wat wij begeeren omdat wij Haat koesteren, is schandelijk en geldt in den Staat voor onrechtmatig. XXXVII v.d. St. XLI v.d.

Alleen vrije menschen kunnen elkaar waarachtig dankbaar zijn. Bewijs. St. XXXV en Gevolg I v.d. St. XXXVII v.d. H.t.b.w. Opmerking: De dankbaarheid welke lieden, die door blinde Begeerte geleid worden, voor elkaar gevoelen, is meestal eer een soort van handel of lokaas, dan eigenlijke dankbaarheid. Voorts is ondankbaarheid geen aandoening.