United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Enkele mijlen trokken wij voort door een zeer vruchtbare vlakte en kwamen toen aan de oevers der Gurgan, een rivier, waarvan de naam denzelfden wortel heeft als het woord Hyrcanië. Een tweede brug, even stevig als de eerste, ligt bij het fort Akkala of het Witte Fort, een oude plaats van de Kadjaren, waar nog een garnizoen is en die er indrukwekkend uitziet.

De stevige twijg buigt onder uw greep, maar de wortel biedt geen weerstand; de kleiachtige aarde brokkelt af onder den voet, en men rolt onweerstaanbaar, hortend en stootend, naar beneden. Deze wijze van afdaling had ditmaal gelukkig voor mij geene andere gevolgen, dan dat mijn jachtbuis aan flarden werd gescheurd en mijne witte pantalon zwart gekleurd.

Zij kwam en bracht een tak van den bo-boom mede, waaronder Boeddha zeven dagen in heilig afwachten gezeten had; zij plantte dien tak hier, deze schoot weldra wortel en is nu de heilige bo-boom van Anuradhapura.

Toch den vorigen dag, dat ik slecht waakte Voor den heer, die ik zoo beminde. Ik had hem gansch omringd van majoleine. Ik had hem gansch omringd van majoleine Gedurende de schoone maand van Mei; Ik besproeide hem elke week drie malen; Ook zag ik, hoe hij goed wortel vatte. Nu is het klaar, dat hij mij is ontroofd. Nu is het klaar, dat hij mij is ontroofd.

Zij zijn ineengedrongen van gestalte, hebben een korten hals, een grooten en dikken kop, een korten, dikken, eenigszins gekromden, naar achteren breeden, aan den wortel van baardharen, aan de zijranden veelal van insnijdingen voorzienen snavel en een ruime mondopening.

Rukt men het uit, dan vindt men dat zijn wortel uit een grooten worm bestaat; deze worm wordt kleiner, naarmate de boom wast; en zoodra de worm geheel in een boom veranderd is, wortelt hij in de aarde en bereikt zoo zijne volle grootte.

De kenmerken van de Grielvogels (Oedicnemidae) zijn: een betrekkelijk aanzienlijke grootte, een middelmatig lange, dunne hals, een dikke kop met groote oogen, een rechte, vóór het voorhoofd verhoogde, aan de spits kolfvormige, aan den wortel zachte, aan de spits harde snavel, hooge, aan het spronggewricht verdikte pooten, drieteenige voeten, middelmatig lange vleugels, waarin de tweede slagpen de langste is, een middelmatig lange, bijna wigvormige, uit 12

Rondom den centralen hoofdwortel volgt steeds het eene versche blad het andere op; de lagere sterven weldra af, en als men nu een wortel tot onder den grond vervolgt, kan men de bladeren, nog op dezelfde plaats bevestigd, alle stadiums van ontbinding zien doorloopen, tot waar het geheel in eene verwarde massa overgaat. Deze zijn nagenoeg de eenigen, die op de moerassige oppervlakte leven.

Superbia was de oorsprong van alle kwaad; Lucifer's hoogmoed was het begin en de oorzaak van alle verderf. Zoo had Augustinus het gezien, zoo bleef de voorstelling der lateren: de hoogmoed is de bron van alle zonden, zij groeien uit hem als wortel en stam .

Terwyl de boom jong is, beurt de spilswyze wortel, zoo lang niet zynde, zig zelven uit den grond op, en verplant zig als uit de natuur. Daarënboven, een jonge boom, die minder door de winden getysterd wordt, vat veel eer wortel.