Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 oktober 2025
Talrijke karavanen ontmoeten elkander aan den ingang van Tauris; de voorsteden wemelen van bedelaars, uitgemergelde, afzichtelijke figuren, bij hoopen nevens den weg neergehurkt. Arme, halfnaakte kinderen roepen luid om eene aalmoes en grijpen zelfs met wanhopend gebaar de teugels onzer paarden, om ons eene gave als af te dwingen.
Bij de eerste winterregens zakte de vochtige, omgewoelde aarde weg, zoodat een deel van het monument instortte. Van het terras afdalende, waarop het paleis verrees, komen wij weldra aan eene kleine rivier, waarvan de kristalheldere wateren, door biezen en bloemen omzoomd, wemelen van fraaie donkerblauwe krabbetjes.
Langs de winkels loopt een planken voetpad, dat een paar voet boven den beganen grond verheven is; over de beken of slooten zijn boomstammen gelegd, die naar de verschillende kramen of winkels voeren; onder uwe voeten zwemmen en kwaken de eenden. Dit is trouwens niets vreemds, want ook de andere straten wemelen van allerlei gedierte.
Ze wandelden arm aan arm op de Anspachlaan en hadden besloten in de Scala een paar muzikale clowns en eene fransche divette te gaan beluisteren. Op de Brouckere-plaats zagen zij eene rumoerige menigte schouder-stuwend rond de uitstekende kepi's van politie-agenten wemelen. Weer wat! praatte mijnheer du Bessy deftig, een vechtpartijtje dat men naar den Amigo voert.
Door zijne mannen gevolgd, stormde Robrecht in den Steen. Op den voorhof stieten zij wel op de twintig wapenknechten, aan wie de wacht was toevertrouwd, maar Robrecht, door de woeste slingeringen van zijn zwaard, smeet er twee of drie omverre en liep, zonder nog om te zien, naar het achtergebouw, waar hij in eene verlichte kamer de schaduw van Disdir Vos meende te zien wemelen.
Er kwamen heeren en dames; die gingen, zoo stom als spoken, op stoelen rondom eene vrouw zitten; een der heeren, somwijlen mijn meester zelf, begon met de handen voor de oogen der vrouw te wemelen, zoolang totdat het hoofd haar op de borst zakte en zij in slaap viel.
Vindt menschenbroosheid nog, verpletterd, heul by God! Of, Hemel, zou ook hier een Paradijsslang wemelen, En logen sissen op den waarheidtoon der hemelen, Door 't schom'lend groen bedekt, verhuld in duisternis? Aartsgoedheid, red me, ô red, zoo redding mooglijk is!
Door den transaziatischen spoorweg zal het dal van Issik-Koul veel winnen; want de alluviale grond is bijzonder vruchtbaar; water is er in overvloed; de dalen wemelen van wild, en in de mijnen liggen schatten verborgen. Daarenboven is de streek zeer gezond; bekoorlijk boven alle beschrijving, en zij kan roemen op een gematigd klimaat.
En bij dat zicht voelen de burgerwachten, die daar nu al zoo veel uren liggen, eensklaps folterenden dorst en een bevel weerklinkt, van den eenen oever naar den anderen: "Halt!" Het karretje houdt stil. De lichten wemelen en spelen op de flikkerende flesschen en het verschrikte gezicht van den voerman kijkt eventjes uit van onder de kap. "Hoeveel flasschen bier het-e nog!" roept een stem.
De literaturen aller volken wemelen van gloeiende lofzangen der liefde, in alle talen hebben de literaire genieën en alle verheven geesten zich uitgeput haar te bezingen. "De liefde," verklaart Madame de Staël, "verleent ieder uur zooveel zoetheid, vult elke minuut met zooveel heerlijkheid, dat zij, ook met de onzekerste toekomst voor oogen, in den roes van het oogenblik alles doet vergeten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek