United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar des nachts, toen hij de gesneden stukken laken en de voering onder zijn hoofdkussen had verborgen, in zijne tent, gebeurde er een ongeluk: het laken, ter waarde van zeven roebels, werd terwijl hij sliep gestolen. Met tranen in de oogen en bleeke, trillende lippen, en onder ingehouden snikken, vertelde Welentschuk het geval aan den kwartiermeester. Michaïl Dorofeïtsch werd kwaad.

Antonoff en Welentschuk waren nog niet terug. Maar wij waren nog geen honderd schreden ver, of de twee soldaten haalden ons in. Waar was hij? vroeg ik aan Antonoff. Hij lag te slapen in het park. Wat? Was hij dan dronken? Volstrekt niet. Waarom was hij dan ingeslapen? Ik weet het niet.

Waarom vergeet gij uw neuswarmer ook? zeide Maximoff uit de hoogte, zonder op de algemeene hilariteit te letten, terwijl hij den kop van zijn pijp op de vlakke linkerhand uitklopte. Waar ben je eigenlijk geweest, he, Welentschuk? Welentschuk keerde zich half naar hem om, bracht de hand naar zijne muts maar liet haar dadelijk weer zakken.

Welentschuk nu had het eerste ambacht geleerd, en te oordeelen naar het feit, dat de kwartiermeester Michaïl Dorofeïtsch zijne kleederen bij hem liet maken, moest hij er een zekeren graad van bekwaamheid in hebben bereikt. Het vorige jaar dan had Welentschuk te velde van Michaïl Dorofeïtsch de opdracht gekregen een fijn lakenschen mantel voor hem te maken.

De vochtigheid, die ik in mijn laarzen en in mijn hals voelde doordringen, de voortdurende beweging, het onophoudelijk gepraat, waaraan ik niet meedeed, de kleverige modder, waarop ik uitgleed en mijn leege maag, dat alles deed mij pijnlijk aan en stemde mij alleronaangenaamst na dezen dag van lichamelijke en geestelijke vermoeienis. Welentschuk wilde mij maar niet uit het hoofd.

Als men wat lager had aangelegd, zou men juist midden in den hoop geraakt hebben, merkte Welentschuk op. Ik zeide het wel, dat hij den boom zou raken. En ziedaar, 't is ook uitgekomen; 't was te veel rechts.

Toen ik eindelijk mijne sigaret aan had, zonder de hulp van Welentschuk, die opnieuw een gloeiende kool in zijne hand trachtte te nemen, wreef hij zijn verbrande vingers aan de slip van zijne pels af; en, zeker om maar iets te doen, beurde hij een zwaar blok cederhout op en wierp het in den gloed.

Welentschuk, in gewone omstandigheden reeds zeer beweeglijk, wilde nu, als 't ware geprikkeld door het besef van zijne fout, zich nog meer weren dan de anderen; toen ik naar het vuur ging om een sigaret aan te steken, greep hij, in een overmaat van gedienstigheid, met zijn bloote hand een gloeiende kool, gooide haar van de rechter in de linker, en liet haar eindelijk vallen.

Maar er ontbreekt een soldaat, Nikolaï Petrovitsch, zeide een donkere gestalte tot mij, die ik slechts aan de stem herkende als den kwartiermeester Maximoff. En wie dan? Welentschuk. Terwijl zij bezig waren aan te spannen, heb ik hem nog gezien; en nu is hij weg.

Bij God! het is mijn laatste geld, Michaïl Dorofeïtsch, en dat heb ik nog wel geleend van Shdanoff, zeide hij met een snik. Nu ben ik u nog twee roebels schuldig, die ik u, op mijn woord van eer, zal teruggeven, zoodra ik ze verdiend heb. Het moet ter eere van Michaïl Dorofeïtsch gezegd worden, dat hij de twee roebels weigerde, die Welentschuk hem een paar maanden later bracht.