Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Doch die strijd heeft niet plaats in het bekken der Middellandsche zee, waar de zeevormingen iets behouden hebben van het eigenaardige karakter, dat die streek tijdens de vorige perioden onderscheidde; men ziet daar namelijk overgroote uitgestrektheden kalksteenen, aan wier bouw de kleine weekdieren een belangrijk aandeel genomen hebben.
De ammonieten zijn niet alleen spiraalsgewijze in één vlak gewonden, zooals in de Juraperiode; zij krijgen in de krijtperiode ook nog de gedaante van horens, staven en van schelpen met wenteltrapvormige of slakkenhuisvormige windingen. Vóórdat die weekdieren dus van het tooneel verdwenen, hadden zij nog eene groote verscheidenheid van vormen.
Langen tijd daarna verschenen de iets meer ontwikkelde wezens der primaire periode, uit de eerste voortgekomen: de weekdieren, de schaaldieren, de visschen, nog doof en stom, doch niet meer blind.
Op den langen duur is die gewoonte, om atmospherische lucht op te nemen, voor vele weekdieren een noodzaak geworden; zij heeft het orgaan zelf gewijzigd, dat, niet meer zóóveel aanraking met de in te ademen middenstof noodig hebbende, zich aan de wanden van de kieuwholte heeft vastgehecht. Daaruit volgt de onderscheiding van twee soorten kieuwen bij de mollusken.
Inderdaad, het was eene oneindig groote opeenstapeling van weekdieren, van millioenen lichtgevende diertjes, ware bolletjes van doorschijnende gelei, met voelarmen zoo fijn als draadjes, en van welke men er ruim 800 in éen kubieken centimeter water geteld heeft.
Ofschoon deze dieren over het algemeen nog zeer weinig bekend zijn, zoo bewijst nochtans hun organisatie, dat ook voor hen de wet der degradatie of trapsgewijze afklimming geldt, wijl ze bij de weekdieren ten achter staan door het bezit van een zenuwknoopenstreng en bij de cirripedia door het gemis van een mantel.
Enkele van die schaaldieren en gelede dieren bereikten verbazende afmetingen; in de devonische terreinen van Schotland heeft men eene soort pterigotus gevonden, die 1,80 meter lang is en dus de grootste kreeften van onzen tijd overtreft. Behalve de oorspronkelijke visschen en de groote hoeveelheid schaaldieren waren de zeeën bevolkt met veel meer koppootige weekdieren dan thans.
Bijna alle bladeren uitgenomen die welke aan de oppervlakte drijven, zijn zoo dik met koraaldieren bedekt, dat zij eene witte kleur hebben. Op de bladeren zijn ook verschillende Patellidae, Trochidae, naakte weekdieren, en eenige tweeschalige schelpdieren vastgehecht. Tallooze schaaldieren bewonen elk deel van de plant.
Wat de zeedieren betreft, kan men zeggen, dat zij de typen der oölithische periode voortzetten; alleen komen in de krijtperiode betrekkelijk veel koppootige weekdieren met weinig gewonden schaal voor. Wij zeiden zooeven, dat de krijtformatie begint met kalksteen, zand en klei, zoodat er nog eenige overeenkomst is met de Juraformatie; eerst in de hoogere lagen vindt men inderdaad krijt.
De eerste zekere sporen van organische wezens zijn in de cambrische lagen gevonden, hoofdzakelijk in Engeland en Zweden. Het zijn afdruksels van zeer laag staande zeeplanten en zeedieren, wieren, ringwormen, weekdieren, sponsen, polypen, zeeëgels.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek