Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
De ceratites nodosus is de eerste vertegenwoordiger van de thans uitgestorven familie der ammonieten. De ammonieten en de nautili behooren tot de groep der koppootigen, die den eersten rang innemen in de orde der weekdieren en die zich onderscheiden door den bouw hunner schelpen.
Hij zal lang genoeg leven, om eindelijk het bijna volkomen gevormde oog der koppootige weekdieren te aanschouwen; het geheele gezichtsorgaan heeft zich ontwikkeld en geleidelijk volmaakt, van de gekleurde stip der zoänthariën tot aan de groote oogen der ammonieten en belemnieten. De levende natuur is niet langer blind.
Op die heuvelhellingen, waar de Maas en de Marne ontspringen, vindt men ook mosselschelpen, ammonieten en poliepen. Men vindt er ook versteend hout: in de Juraperiocle waren er dus ook bosschen. Wij spraken zooeven van de belemnieten en de scherpe steenen, die zij achtergelaten hebben. Het waren koppootige weekdieren, verwant aan de groote inktvisschen van onzen tijd.
Evenals in de Juraperiode vormen de weekdieren ook nog in de krijtperiode het belangrijkste deel van de bevolking der zeeën. De koppootigen wedijveren in aantal met die der Juraperiode; indien de ammonieten niet in zóó grooten getale voorkomen, zijn daarentegen de nautili veel talrijker geworden; met de turruliten, baculiten, ptychoceraten en hamiten verschijnen geheel nieuwe soorten.
Het waren goede zwemmers, die gewoonlijk achteruit zwommen, in den horizontalen stand van fig. 241. In de Juraformaties bereiken de belemnieten hunne grootste lengte. Zij zijn reeds lang uitgestorven. De koppootige weekdieren met vangarmen, vooral de ammonieten, ontwikkelen zich langzamerhand, totdat zij in de krijtperiode hun maximum bereiken.
De heerschappij der naaktzadige planten is geëindigd, de palmen en de boomen met afvallende bladeren verkrijgen de overhand en zullen in het midden der tertiaire periode hunnen hoogsten bloei bereiken. In de zeeën spelen de koppootige weekdieren nog slechts eene zeer ondergeschikte rol, de armpootigen zijn slecht vertegenwoordigd en de ammonieten hebben hun laatste woord gesproken.
De pooten zijn langzamerhand verdwenen. Ook de vogels hadden de kruipende dieren tot voorouders. Die zoo rijke Juraperiode heeft zich over een zeer groot tijdvak uitgestrekt. Onmiddellijk na de laatste triaslagen heeft zich eerst zandsteen afgezet, daarna mergel met koolzure kalk vermengd. Men vindt daarin vele fossielen, vooral schelpen, ammonieten enz.
Daarentegen verkrijgen de ammonieten, gedurende de permische periode ontstaan, eene verbazende uitbreiding. De ammonieten waren koppootige weekdieren, wier spiraalvormige schelpen de grootste verscheidenheid in grootte en in vorm aanboden. Zij hebben gedurende de geheele secundaire periode geheerscht, en zijn daarna verdwenen.
De ammonieten zijn niet alleen spiraalsgewijze in één vlak gewonden, zooals in de Juraperiode; zij krijgen in de krijtperiode ook nog de gedaante van horens, staven en van schelpen met wenteltrapvormige of slakkenhuisvormige windingen. Vóórdat die weekdieren dus van het tooneel verdwenen, hadden zij nog eene groote verscheidenheid van vormen.
Israël wil 't beloofd Canaän nu gelukken, Daar Juda zijn voorhoofd Zal met een kroone drukken. Daar Juda, onder 't licht En 't wankel rond der mane, Zijn stoel en zetel sticht Bij 't stroomen der Jordane. Gij Filistijnen haast , En gij o Jebuzieten! Met Amalek verbaasd Maakt plaats met de Ammonieten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek