Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


In 1882 bedroeg het getal Vuurlanders te Ouchouaya omstreeks honderd-vijftig. Meermalen is de vraag bij mij opgerezen: welke toekomst is voor deze missie weggelegd?

Het spreekt van zelf dat het verzoek van den heer Bridges onmiddellijk werd ingewilligd; bij gemis van nauwkeurige inlichtingen omtrent den aard en den gang der epidemische ziekte die onder de Vuurlanders in zijne omgeving woedde, was het volstrekt noodig, de patiënten zelven te zien; bovendien waren er onder de gezinnen der zendelingen velen lijdende, die zeer gaarne een geneesheer zouden raadplegen.

Een aantal Vuurlanders waren door die moorddadige epidemie aangetast, en al de aangetasten waren na verloop van hoogstens vijf of zes weken bezweken; de inlanders waren als door een panischen schrik bevangen, en het engelsche personeel van de missie begon evenzeer te vreezen voor de besmetting eener ziekte, waartegen geen geneesmiddelen iets hadden gebaat.

Deze Vuurlanders behooren tot een geheel ander ras dan de niet wel opgegroeide, ongelukkige stumpers die meer westwaarts wonen, en schijnen na aan de forsche Patagoniërs der Straat van Magelhaen verwant. Hunne geheele kleeding bestaat uit een mantel van guanaco-huid, met de wol naar buiten; zij dragen dien los over de schouders geworpen, zoodat hun lichaam beurtelings bloot en gedekt is.

In het begin van 1870 vestigde de reverend Th. Bridges. die een groot deel van zijn leven onder de Vuurlanders op Keppel had doorgebracht en die tot superintendent der missie was benoemd, zich te Ooshooia, met twee bekeerlingen, waarvan de een een bekwaam timmerman en de ander landbouwer was.

Allemaal slechte menschen; weten niets; verdoemde gekken!" Als hij zoo boos was, vloekte hij, ofschoon ik hem vroeger nooit had hooren vloeken. Hoewel onze drie Vuurlanders slechts drie jaren onder beschaafde menschen hadden geleefd, weet ik zeker, dat zij blijde zouden geweest zijn, indien zij hunne nieuwe leefwijze hadden mogen behouden; maar dit was natuurlijk onmogelijk.

Op het water schenen zij in hun element; zij waren dan vroolijk en opgewekt, praatziek en familiaar tot lastig wordens toe; aan land daarentegen was hunne houding wel niet vijandig, maar toch teruggetrokken, wantrouwend, gedwongen, als van lieden wien het hindert door vreemden bespied te worden. Verschillende redenen kunnen ter verklaring van deze handelwijze der Vuurlanders worden aangewend.

Het is duidelijk, dat de twee andere stammen, die de landen in den omtrek van de Straat van Magelhaens bewonen, de Alakalouf op de westkust, en de Ona in het eigenlijke Vuurland, evenzeer aanspraak op den naam van Vuurlanders hebben; maar daar wij met deze stammen niet in aanraking zijn geweest, kunnen wij ook niet van hen spreken.

Is het een gevolg der meerdere geoefendheid van het waarnemingsvermogen en de scherpe zintuigen, die allen wilden stammen gemeen is, vergeleken met de lang beschaafde? Toen ons gezelschap een lied begon te zingen, dacht ik, dat de Vuurlanders van verwondering op den grond zouden vallen.

Hoewel zulke gedachten terstond bij ons moeten opkomen, kunnen wij toch zeker zijn, dat wij gedeeltelijk dwalen. Er is geen reden om te denken, dat de Vuurlanders in aantal verminderen; wij moeten dus aannemen dat zij een voldoende mate van geluk hoe dit dan ook zij smaken, om het leven op prijs te stellen.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek