Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Men bedenke tevens dat gelijk E. Nijs zegt de woorden jus belli, lex belli, jus belli ac pacis, lex belli atque imperatorum jus, lex belli ac jus victoriae bij vele romeinsche schrijvers dienden om aan te geven, het voorwerp van het recht, dat men betitelde als volkenrecht, zoo het ging over het onderwerp van dat recht, de rechtsdrager. Cicero discit bellum certationem per vim.
Wetend, wat het recht is, en wat de oorlog, kon hij gaan zien of de oorlog in strijd is met de wet of het recht. Uit het bepalen van den oorlog als "status per vim certantium" vloeit voort, dat men oorlog kan noemen zoowel den strijd tusschen afzonderlijke personen, als tusschen landen en volken.
Licet vim vi repellere. Die tot my komen met gewelt Tegen dese staen ick in het velt. Capittel II. Van de middelen tegen de roovers. D. Vr. Door wat middelen keer ick de roovers?
I, 16, welk vers in Cats-z'n tijd op vs. 12, 13, 14 slaat. Vgl. Grotius, Annotationes in N. T.: "Magnam enim vim habeat in animos sancta viri aut mulieris conversatio". Vrij wat slots hebben, slot hebben = zin hebben, sluiten, vgl. "'t Is beyde sonder maet, en tegen goede zeden, 't Is beyde sonder slot, en buyten alle reden."
Maar reeds heeft de kwartel den oogst aangekondigd; en de landman weet het, als de kwartel slaat, dan korrelt het graan goed: "zooveel maal als hij slaat, zooveel vat uit de vim", zegt een Limburgsch spreekwoord. Weldra, als de wind door de aren speelt en het graanveld doet golven, dan gaat de koorndaemon door de halmen, evenals de boomgeest zich openbaart in het ruischen van het loof.
C. tegen hem in opstand, doch niet met de bedoeling zichzelf te verheffen. Hij droeg den Galliërs zelfs op, hem te dooden, zoo hij naar de heerschappij streefde. Hij omhelsde de zaak van Galba. Vindex, qui vim dicit, die met geweld dreigt, n.l. in goeden zin, als men iemand wil aanranden, dus: handhaver van het recht, wreker, beschermer, verdediger.
Schoon! grijnslachte Damman, gij hebt een gezicht, glad als eene mispel, en een lichaam, slank als eene vim takkebossen: bezie mij die schooister, die beweert een edelman tot minnaar te hebben! Drinken! Zoo spraakt ge niet, Hans, mijn beminde heer en meester, als ik zestien jaar jonger was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek