Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
In de genezings-scène verschijnt voorwaar een wezen dat eeuwig ongekend was gebleven, indien het niet een verschijningsvorm had gevonden. Weinig vermoedde Goethe, dat hij zich ook in dit geval redde door het behagen, dat hij vond aan iets, dat hij zelf had geschapen!
Er was geen groote waarheid, die de middeleeuwsche geest stelliger wist, dan die van het woord aan de Corinthen: "Videmus nunc per speculum in aenigmate, tunc autem facie ad faciem"; "Want wij zien nu door eenen spiegel in eene duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht". Zij hebben nooit vergeten, dat elk ding absurd zou zijn, als zijn beteekenis uitgeput was in zijn onmiddellijke functie en verschijningsvorm, dat alle dingen met een heel stuk reiken in de wereld aan den anderen kant.
Men komt altijd weer terecht, of bij de absurde consequentie, om de Renaissance steeds hoogerop in de Middeleeuwen te verlengen, of bij de erkentenis, dat de Renaissance met haar Italiaanschen verschijningsvorm volstrekt niet volledig is getypeerd, en dat het begrip Renaissance slechts één aspect vertegenwoordigt van de bonte cultuur der eindigende Middeleeuwen.
Indien een kunstenaar niet tot het kernwezen van bijv. menschen kan doordringen, dan beteekent dit, dat de uiterlijke verschijningsvorm van die menschen iets in zich heeft, wat hèm dat belet.
Indien gij echter een kunstafbeelding van menschen voor u krijgt, dan kan er in den uiterlijken verschijningsvorm van die menschen niets zijn, dat U dit belet, om de eenvoudige reden, dat er geen alleen-uiterlijke verschijningsvorm meer is en de innerlijke met volle openbaring van kernwezen daarvoor in de plaats is getreden! Hiermede heb ik de hoofdzaken gerecapituleerd.
Elk kunstenaar, die het leven leeft, is dat verplicht aan 't Leven: niet voort te brengen een werk, dat vertoont den tijdelijken verschijningsvorm er van, maar een werk te scheppen, dat geeft het eeuwig blijvende. Vandaar ook, dat het meeste tooneelwerk van den tegenwoordigen tijd mij schijnt te facetteeren afschijningen van het leven, niet te raken de kern.
Zijn levendig en fijn gevoel, zijn vlugge en sterke verbeelding, zijn gave van waarneming en voorstelling, de schoonheid zijner taal geven hem alleszins recht op dien eerenaam. Het is niet vreemd, dat hij, die in het lagere slechts een verschijningsvorm van het hoogere ziet, gedurig van het lagere tot het hoogere opklimt, of dat lagere verheft door eene gelijkenis.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek