United States or Cayman Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De dikke vleezige wortels der plant toonen reeds aan, dat zij een zwaren, voedzamen grond verlangt. De jonge planten moeten jaarlijks, de oudere om de twee jaar in zulke aarde verplant worden. Houdt men haar gelijkmatig vochtig en vooral zindelijk, dan ontwikkelt de Clivia van 4-6 bladeren per jaar.

De Ardisia's verlangen een lichte standplaats; zij willen dikwijls bespoten en zeer gelijkmatig begoten worden, terwijl men ze tegen de scherpe zon moet schermen. Ieder jaar moeten zij in het voorjaar verplant worden, waarvoor men een goede zandige broeiaarde moet gebruiken. Zeer nuttig is het, ze des zomers af en toe te gieren.

De langzaam groeiende planten moeten eens per jaar, bij voorkeur in het voorjaar, verplant worden; met de snel groeiende moet dit in den loop van den zomer meermalen geschieden. De meeste onzer plantenliefhebbers weten dit echter niet; zij laten hun planten jarenlang in denzelfden pot staan en zelfs bij de zorgvuldigste behandeling moet dan een plant ten laatste sterven.

In een warme kamer geplaatst, zullen ze in een paar weken kiemen. Zoodra zij groot genoeg zijn, worden de jonge plantjes in kleine potjes gezet en in den loop van het voorjaar verplant in potjes, die een wijdte hebben van 10-12 cM. De beste grondsoort is een mengsel van gelijke deelen blad- en heidegrond, waarbij een weinig scherpzand wordt gevoegd.

Van hier heeft hij zich over Zuid-Europa verspreid; door de Romeinen, die hoogen prijs stelden op dit kostelijk wild, werd het ook naar Zuid-Frankrijk en Duitschland overgebracht. "De Fazant", schrijft Schlegel, "werd ook in Nederland vroegtijdig ingevoerd en in met hout begroeide streken in eenige deelen van ons land verplant.

Er verloopt echter minstens een vol jaar, voordat deze plantjes, nadat zij verscheidene malen verplant werden, sterk genoeg geworden zijn, om afzonderlijk in potjes te worden gezet. Van de tot deze groep behoorende planten komen voor de kamer eenige vertegenwoordigers van het geslacht Selaginella in aanmerking, die nu en dan in de kweekerijen ook wel gevonden worden onder den naam Lycopodium.

Zijn de wortels aangestoken of is de aarde zuur, dan wordt de plant, zooals wij reeds gezegd hebben, verplant. Is de aarde echter uitgedroogd, dan legt men de plant zoolang in een emmer met water, totdat de kluit geheel nat geworden is, iets wat somtijds heel lang kan duren.

Gewoonlijk wordt de Agapanthus geheel verkeerd behandeld; men gelooft toch algemeen, dat zij slechts dán bloeit, wanneer men haar gebrek laat lijden, waarom zij meestal eerst verplant wordt, als de dikke vleeschachtige wortels den pot hebben doen barsten of de kuip geheel gevuld hebben. Bij een dergelijke behandeling zien de planten er echter steeds armoedig uit; zij geven slechts kleine schermpjes met 15

Een andere wijze, om planten kunstmatig te vermenigvuldigen, is door middel van afleggers. Deze bewerking wordt hoofdzakelijk toegepast op fijne Anjelieren, en wanneer men een weinig zorgzaam is, zijn de kansen op goede resultaten zeer groot. De Anjelieren ontwikkelen des zomers, nevens de bloeibare stengels, nog een aantal met blad bezette scheuten, die in het tweede jaar pas bloeibaar worden. Deze scheuten leveren gedurende en na den bloeitijd, de afleggers. Allereerst moet men zorgen voldoende potruimte voor het afleggen te hebben, waarom men de Anjelier eerst in een grooteren pot verplant, wat men zoo doet, dat de oppervlakte der aarde eenigszins losblijft. Men neemt nu de sterkste van de af te leggen scheuten, en maakt onder een blad een overlangsche insnede, zoodanig, dat deze eindigt onder het inplantingspunt van het volgende bladpaar, en de scheut ongeveer tot de helft is ingesneden. Men buigt nu dezen scheut naar beneden en legt hem met de insnijding in de aarde. Om te zorgen, dat hij zich niet weer opricht, bevestigt men hem in den grond met een houten haakje. Van iedere plant kan men zooveel afleggers maken, als er goede scheuten aan zijn en als er ruimte in den pot is. Na verloop van vier

Tegen Pinksteren kan men de Pelargoniums buiten zetten; in Maart of April zijn zij dan reeds ingesneden en in voedzame, met wat kleigrond vermengde broeiaarde verplant. De oude, overwinterde planten verdragen het insnijden zeer goed; men kan ze zoo snoeien, dat er van 2-5 oogen op iederen scheut blijven zitten. Zoo behandeld, zal men mooie gevulde planten verkrijgen, die zeer rijk bloeien.