United States or Mauritius ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wil men fraaie planten kweeken, dan laat men de jonge bollen aan de moederplant zitten. Zij zijn dan binnen een paar jaar bloeibaar en men krijgt zoodoende exemplaren, die met zes en meer bloemstengen kunnen bloeien. Aroideeën of Aäronskelkachtige planten.

Ook uit zaden kan men zeer goed jonge planten kweeken, welke echter pas na verloop van enkele jaren bloeibaar worden. Hedychium. De Hedychiums zijn fraaie, Indische planten, met knolvormige wortelstokken, waaruit zeer sterke, met ongeveer 12 cM. lange bladeren bezette stengels ontspruiten.

Een andere wijze, om planten kunstmatig te vermenigvuldigen, is door middel van afleggers. Deze bewerking wordt hoofdzakelijk toegepast op fijne Anjelieren, en wanneer men een weinig zorgzaam is, zijn de kansen op goede resultaten zeer groot. De Anjelieren ontwikkelen des zomers, nevens de bloeibare stengels, nog een aantal met blad bezette scheuten, die in het tweede jaar pas bloeibaar worden. Deze scheuten leveren gedurende en na den bloeitijd, de afleggers. Allereerst moet men zorgen voldoende potruimte voor het afleggen te hebben, waarom men de Anjelier eerst in een grooteren pot verplant, wat men zoo doet, dat de oppervlakte der aarde eenigszins losblijft. Men neemt nu de sterkste van de af te leggen scheuten, en maakt onder een blad een overlangsche insnede, zoodanig, dat deze eindigt onder het inplantingspunt van het volgende bladpaar, en de scheut ongeveer tot de helft is ingesneden. Men buigt nu dezen scheut naar beneden en legt hem met de insnijding in de aarde. Om te zorgen, dat hij zich niet weer opricht, bevestigt men hem in den grond met een houten haakje. Van iedere plant kan men zooveel afleggers maken, als er goede scheuten aan zijn en als er ruimte in den pot is. Na verloop van vier

Zij verlangen een lichte standplaats en een temperatuur van 60°-65° Fahr. Wanneer de planten uitgebloeid zijn, ontwikkelen zich onder de bloemaar, dus uit de oksels der bovenste bladeren, jonge scheuten, die vroeger of later weder bloeibaar worden. Voor deze jonge scheuten geldt hetzelfde, wat wij gezegd hebben omtrent die, welke zich bij de Aphelandra's ontwikkelen.

De tamelijk groote bloemen prijken in alle kleurnuancen tusschen wit, blauw en geel; dikwijls zijn zij ook fraai gestreept of anders geteekend. De oude knol droogt in den loop van den groeitijd geheel in, maar onder aan de jonge scheuten, die zich uit hem ontwikkelden, vormen zich de dadelijk bloeibaar zijnde jonge knollen.

Slechts goed volwassen Sempervivums zijn bloeibaar; de bloemsteng ontwikkelt zich uit het hart der bladerrozet en aan haar uiteinde vertakt zij zich meestal, welke zijtakjes dicht bezet zijn met stervormige bloemen, die bij verschillende soorten verschillende kleuren hebben.