Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 oktober 2025
De stengelachtige Begonia's worden gewoonlijk in het voorjaar een weinig ingesneden en daarna verplant, terwijl zij dan midden in den zomer nog eenmaal verplant moeten worden. Het beste grondmengsel is zeker: gelijke deelen broei-, heide- of bladaarde, waarbij 1/10 scherp zand wordt gevoegd. Gedurende den groeitijd moet overvloedig gegoten worden.
De Granaat wordt over het algemeen slecht behandeld; hij is wel een harde plant en kan dus veel verdragen, maar dan gaat dit ten koste van den bloei. Zoo noodig moet de Granaat in het voorjaar verplant worden in zeer goeden, voedzamen grond. Wanneer hij nog geen bladeren gemaakt heeft, dus op zijn laatst tegen het einde van April, wordt hij buiten op een zeer zonnige plek gezet.
De weder bebladerde Poinsettia wordt nu zeer voorzichtig verplant in bladaarde, vermengd met wat kleigrond en zand. Men moet ze nu langzamerhand aan frissche lucht gewennen en in Juni voor een druk gelucht wordend venster zetten. Om een goeden groei te bevorderen, moet men ze gedurende den zomer zooveel mogelijk zon geven en overvloedig begieten.
Ondanks alles zien deze ruïnen er niet somber uit; de zon beschijnt ze en zorgt voor een mooie belichting; de doffe kleur van het gesteente smelt weg bij 't helder licht van den stralenden dag. De gewone landbouwer hanteert zijn ploeg en verplant zijn rijst tot vlak bij de heilige plaatsen, waar oudtijds pelgrims zich verdrongen of de triomphators kwamen danken.
Planten, die in het voorjaar bloeien, moeten pas na den bloei verplant worden, omdat zij dan in haar ontwikkeling niet gestoord mogen worden. Snel groeiende en dus veel voedsel behoevende planten, moeten in den loop van den zomer nogmaals verplant worden.
De Justicia's worden gedurende het voorjaar in goede broeiaarde verplant. Ten einde fraaie, bossige planten te verkrijgen, die rijk bloeien, moet men ze na het verpotten flink insnijden, zoodat er op iedere twijg niet meer dan twee paar bladeren blijven staan.
De meest geschikte grond is goede bladaarde, waardoor een derde klei- of graszodengrond wordt gemengd. Na den bloei worden de planten gesnoeid, waarbij men vooral op den vorm moet letten; hierna worden zij in betrekkelijk kleine potten verplant en met Mei, op een tamelijk zonnige plek, buiten gezet.
Heeft men de stekken op deze wijze opgepot, dan moeten zij direct, met een broesgietertje, flink aangegoten worden, opdat de aarde goed doorvochtig wordt. Totdat de stekken zich tot volwassen planten hebben ontwikkeld, moeten zij natuurlijk nog verscheidene malen verplant worden.
Fijne bladplanten en andere, die zich minder snel ontwikkelen, behoeven slechts eens per jaar verplant te worden, terwijl grootere kuipplanten daaraan geen behoefte hebben in perioden, afwisselende tusschen vier en tien jaar; vooral wanneer men niet te spaarzaam is met vloeibaren mest.
Gedurende den zomer verlangen deze Salvia's zeer rijkelijk begoten te worden, en kweekt men ze in potten, dan moeten zij meermalen verplant en gegierd worden. Een heel aardige, doch zeer onbeduidend bloeiende soort is de bonte variëteit van de Salvia officinalis. Deze heeft gele, witte en groene bladeren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek