Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 oktober 2025


Bij W. Hartog, een der ingezetenen, vergaderden eenige broeders en zusters om straks, na gemeenschappelijk gebed en gezang, een predikatie van Smijtegelt te hooren voorlezen door Jan Verlinden, die werk gevonden had, in het dorp was blijven wonen en de kleine gemeente als diaken diende. De soldaat, die als kwelgeest in Hartog's huis geplaatst was, hinderde de opkomst niet.

"Jongeheer!" waagde Pronkert te zeggen, zoodra de officieele beul verdwenen was, "je hebt geen ongelijk; maar 't zal mij benieuwen of dát je niet opbreken zal!" Het bleek weldra dat de soldaten hun luitenant goed kenden. Ter terechtzitting werden alle feiten wederzijds erkend. Verlinden had dus gemeend dat de Rechtbank in elk geval zeer verzachtende omstandigheden in aanmerking nemen zou.

En toen moest er staaltje getrokken worden tusschen meneer Pastoor, Marieke, Charel Verlinden en Charlot. Er was een ongeduldig afwachten. Iedereen stond rond Pallieter, zwijgend en zenuwachtig, en een luid gejuich brak los als de dikke boteropkooper het kleinste strooiken trok. Maar de dikke boer ging loopen. "Pak hem vast!" riep Pallieter. "Charlot, breng de teiloor!"

Twintig bleef twintig, zoodat de luitenant tot zijn leedwezen onverrichter zake weer vertrekken moest; toen hij in een der zijmuren een kleine opening ontdekte. Het belendend perceel was met dat van Hartog onder één dak gebouwd. Het behoorde aan een zekeren Malestijn, een Godvreezend man, die Hervormd gebleven was. De kamer naast het huis van Hartog werd bewoond door onzen bekenden Jan Verlinden.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek