Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Maar het zijn niet in de eerste plaats boonen of doormekaar die ons dringen geldt, neen, wij dringen om het gróótste stuk vleesch machtig te worden. Het grootste stuk vleesch... dat is het dagelijksch strijdpunt, de bron van vele smeulende twisten en veeten, en de oorzaak van menigen oorveeg. Eens heb ik, per ongeluk, het grootste stuk vleesch gekregen. Nimmer zal ik dien dag vergeten.

Front-de-Boeuf, een groot, forsch mensch, die zijn leven in openlijken oorlog, of in bijzondere veeten doorgebracht, en nooit eenige middelen geschuwd had, om zijne willekeurige macht uit te breiden, had gelaatstrekken, die volkomen met zijn karakter overeenstemden, en welke de woeste en boosaardige driften zijner ziel uitdrukten.

Intusschen waren de stammen bijna geheel onafhankelijk geworden; de band, die de kleine natie tot dus ver had saamgesnoerd, was allengs verbroken; onderlinge twisten, veeten en oorlogen hielden de stammen tegen elkander verdeeld, en alleen de gemeenschappelijke strijd tegen den erfvijand vermocht nog tot op zekere hoogte de eendracht te bewaren.

Ook dat de oorzaak des geschils verdwenen was, duurden toch de vijandschappen voort, en werden ze erfelijke veeten, hatelijk, laag en onverzoenbaar. Huber, Hed. Rechtsgeleertheyt, II 3, noemde het een krijg, "bijna van alle tegen alle, huis tegen huis, geslacht tegen geslacht, met onderling geweld, rooven en bloedvergieten."

Hierdoor zouden zij feitelijk onafhankelijk kunnen worden van den Koning; maar de onderlinge twisten en veeten, die deze heeren verdeden, geven den monarch steeds een middel aan de hand om hen onderling door elkander in bedwang te houden.

Het was de onchristelijke ~wraakzucht~, de onverzoenlijke haat, de erfelijke veeten, welke voedsel vonden in den woesten, onbetemden volksaard en ras beleedigde eerzucht, die, onder al de vermelde omstandigheden, tusschen heerschzuchtige edelen en het volk, en vooral tusschen de adellijke geslachten onderling, eene verbittering deden ontstaan, welke in het laatst der 12e eeuw uitbrak in de grootste aller rampen, in den Burgeroorlog.

Aan volk ontbrak het niet; want geen Fries bleef achter in de ure des gevaars: niet enkel uit loutere vaderlandsliefde; maar omdat de immer woedende onderlinge veeten hem van zijn jeugd af het hanteeren der wapenen tot een noodzakelijkheid en het vechten tot een gewoonte gemaakt hadden: ja wat meer is, tot zijn gewenscht en eenig tijdverdrijf.

Niettegenstaande het innerlijk verdeeld was door de in de geschiedenis zoo befaamde partijen van Schieringers en Vetkoopers, op wier bloedige twisten wij in den loop van ons verhaal soms terug zullen moeten komen, niettegenstaande zoowel de Graven van Holland en Gelderland, als de Bisschop van Utrecht vaak van die verdeeldheid zochten partij te trekken, om hunne wapenen op Frieschen bodem te brengen, was de zucht naar vrijheid en onafhankelijkheid den Friezen zoodanig ingeschapen, dat zij, bij den geringsten aanval van buiten, hun onderlinge veeten aan een zijde stelden en zich ter afwering des vijands vereenigden.

Familie-oorlogen, veeten en gewelddadigheden van allerlei aard teisterden, jaren en jaren achtereen, de kasteelen en bezittingen der voornaamste japansche dynasten; wanorde en regeeringloosheid verwoestten het land.

Somwijlen namen deze plaatselijke veeten grootere afmetingen aan: als, bijvoorbeeld, toen de hertog van Bourgondië de zijde van Bouvignes koos en ten strijde toog tegen die van Dinant, onder wie hij eene groote slachting aanrichtte en wier muren hij met den grond gelijk maakte, om voor goed iedere weerwraak onmogelijk te maken.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek