Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Dan bindt men den doek digt en hiervan hangt grootendeels het welslagen van den pudding af; er moet ruimte blijven voor het uitdijen; maar bindt men den doek al te los, dan wordt het kooksel week en waterig. Men legt den zak nu op een bord in een ketel met kokend water en zout en laat hem 2 1/2 uur koken.

R. 552. Gierstekoek. Men neemt 500 gram gierst, die na herhaaldelijk gewasschen te zijn den nacht over in het water stond. Dat water giet men af en ververscht het nog eens of tweemaal. Dan kookt men de gierst in water en laat ze flink uitdijen, daarna voegt men er aan toe 200 gram fijngesneden amandelen, 300 gram rozijnen zonder pitten, 250 gram boter, roert zoolang tot de brij koud is, roert er 6

Op één liter kokende melk stort men al roerende 150 gram gebroken witte vermicelli. Men blijft doorroeren tot de melk weer doorkookt. Dan schuift men ze van het vuur en laat ze nog een drie kwartier of een uur uitdijen. Van tijd tot tijd roert men er in om het aanzetten te voorkomen. D. Knoedels.

Men kookt 500 gram rijst volgens R. 332 die men flink laat uitdijen. Dan handelt men verder als in R. 552 voor gierstekoek is voorgeschreven. Rijstekoekjes. Men maakt beslag van bloem, een paar eieren, suiker en melk, roert er het geraspte geel door van een citroenschil en daarna versch gekookte rijst, zoodat men een beslag krijgt dikker dan voor pannekoeken.

Men neemt 80 gram sago op één liter vocht. Tapiocapap. Na de tapioca gewasschen te hebben, laat men ze een paar uur in de melk weeken. Men zet ze met de weekmelk op het vuur en als ze kookt, laat men ze op een zacht vuur nog een paar uur uitdijen. Nu en dan roert men, om het aanzetten te voorkomen. Men neemt 70 gram tapioca op één liter vocht. Vermicellipap.

Men wascht de rijst als in R. 393 is aangegeven, zet ze op met koude karnemelk en blijft langzaam roeren tot ze doorkookt. Dan laat men ze in een gesloten pan zachtjes uitdijen. Men neemt 150 gram rijst op één liter karnemelk. Sagopap. Men kookt melk en stort er dan, al roerende, de sago in. Als de melk weer doorkookt, laat men ze op een zacht vuur nog een uur of anderhalf uitdijen.

Men kookt macaroni half gaar met water, giet het overvloedige water af en doe er zooveel heete melk bij als noodig is. Men blijft de macaroni voorzichtig doorroeren, totdat ze heeft doorgekookt en schuift ze dan ter zijde van het vuur. Men laat ze verder met een goed gesloten deksel uitdijen. Maizenapap.

Onder gestadig roeren schudt men 100 gram grove en 80 gram fijne boekweitegort in 1 liter kokend water, eerst in kleine, allengs in grootere scheuten uit; men blijft doorroeren, totdat de gort weer kookt, zet ze dan op een zacht vuur om ze verder te laten uitdijen. Zoo noodig, voegt men er van tijd tot tijd een scheutje heet water bij.

Men bereidt rijst volgens R. 330, 331, of 332 en appelen volgens een der R. 267, 269 of 272. Indien de rijst nagenoeg geheel is uitgedijd, kan men ze met de appelen vermengen en beide te zamen zoolang op een zacht vuur laten uitdijen, totdat de rijst geheel gaar is. Ook kan men beide gerechten afzonderlijk bereiden en tegelijk voordienen.

Het gaat hier volstrekt niet om een inkrimping, waarbij de gewone uitrekking nog mogelijk zou zijn, als die leege ingewanden weer eens gevuld werden; neen, er is hier sprake van een echte en belangrijke vernauwing en verkorting, zoodanig, dat de betreffende organen eerder zouden bersten, dan ineens tot hun gewonen omvang uitdijen.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek