United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vóór dat men met de toebereiding van een geregt begint, zal men goed doen om alles wat daartoe noodig is, vooraf bij elkander te brengen, zoodat men niet door het in haast zoeken naar een of ander bestanddeel, of het wachten daarop, de drukte noodeloos vermeerdert, of misschien zijn geheele kooksel bederft; als men alles bijeen heeft, en met gemak werkt, kan men ook zorg dragen voor het behoorlijk opdoen van de spijzen, waardoor zij in ieder geval, voor het oog zeer veel winnen.

Hiervoor klutst men de eijeren goed in eene sauskom en druppelt daar langzaam, en steeds roerende, een weinig van het warme kooksel in; dit doet men zoolang tot de eijeren daarmede zeer verdund zijn; en dan giet men, omgekeerd, even langzaam en ook gestadig en goed naar alle kanten roerend, den inhoud van de sauskom in de pan met saus, die dan niet weer koken mag. Om braise te maken.

Dan rolt men de lapjes stijf op, bindt ze met een draad vast, en zet ze in een verglaasden pot te vuur, met bijvoeging van een paar varkenspooten en een stukje rundvleesch. Het kooksel moet met half water, half azijn ruim bedekt zijn, en als men het geschuimd heeft, laat men het met eenige laurierbladen, heele peper, piment en een stukje citroenschil gaar koken.

Zoodra een kooksel van het vuur is genomen, en in flesschen of potten is gedaan, moet men die met een schoonen doek overdekken, opdat er niet soms vliegen of muggen invallen en gisting doen ontstaan; en, als het koud geworden is, mag het niet worden uitgesteld om alles met blazen of papier digt te maken, want indien men de potten ook slechts 2 dagen open liet staan, zou daardoor de grond worden gelegd voor hun bederf.

Hij vergelijkt de kleine belletjes bij het begin van het koken met de oogen van visschen, de kleine belletjes bij het tweede koken met een fontein, gekroond met opgehoopte kristallenknopjes, en het laatste kooksel wordt beschreven als gelijkend op het verrijzen van kleine golven.

Hij verbrijzelde de flesch met het kooksel en verlamde des ridders hand, sloeg hem drie of vier tanden uit den mond en schramde deerlijk zijne wang. De worp was zoo krachtig, dat Don Quichot zich niet meer in den zadel kon houden, maar als een blok van het paard op den grond plofte.

Men laat het kooksel bekoelen en voegt er dan bij: 8 eijerdoijers, 3 volle lepels suiker, een geraspte citroenschil of 1/2 notemuskaat, 2 1/2 ons krenten, 1 o., 8 l. geraspt oudbakken wittebrood, en het laatst het geslagen eiwit, benevens een halven kelk rhum. Men kookt den pudding bijna 3 uren en dient hem met schuimsaus.

Voor 20 personen. Citroenpudding. 1/2 fl. witte wijn, 6 goed geklutste eijerdoijers, 1 o., 2 1/2 l. suiker, 2 citroenen, en van 1 citroen de schil, ruim 1 1/2 l. opgeloste en doorgegoten vischlijm, benevens 1/2 lepel aangemengde stijfsel, laat men, onder gestadig roeren, te zamen tot aan de kook komen; men neemt dan de pan van het vuur, mengt het geslagen eiwit door het kooksel, en giet het in den vorm.

Dan neemt men het vet van het kooksel af en zorgt dat het bezinksel en de gelei in den pot blijven; men zet het weder te vuur, met eenige geschilde zure appelen die in stukken zijn gesneden, en die men in het vet laat koken tot zij zacht zijn, waarop men het op nieuw door eene fijne zeef giet en een dag open in de potten laat staan.

Mijn voorraad bestond in eenigen tweebak, weinig gerooste garst, een goed kooksel rijst met lamsvleesch, en een aantal kruiken en houten flesschen zoo met melk als met water gevuld. Een glazen met stroo omvlochten flesch Sciroswijn werd door een van mijn Perzische reisgezellen daar nog bygevoegd.