Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Domitianus, langzaam, trad verder de loge in. Hij had een schuw nijdigen blik als of hij bang was en boos te gelijker tijd; bijziende, knepen zijn oogen dicht.... Hij was groot; voor zijn vijf-en-veertig jaren zag hij er oud en ziekelijk uit. Er was iets mistroostigs en lijdends in hem. Hij droeg een purperen toga en een gouden eiklof-krans om zijn bijna geheel kalen kruin.

Hij toog huiswaarts, mijmerend over de republieken der oudheid, wier burgers en boeren, eenvoudige mannen als hij, eeuwigen roem hadden behaald door heldendaden. Aan hen voelde hij zich meer verwant dan aan de edelen en knechten der naburige landen, de wufte stedelingen, het uitgemergelde boerenvolk. En droomend greep hij naar zijn wambuis, zich verwonderend dat het geen toga was.

Het was 't eerste kleedingstuk dat voor hem gemaakt was, en dat tot hem kwam zonder eerst, als ter oefening, 'n glansryke loopbaan om de lenden van broêr Stoffel te hebben afgelegd. Het was de toga virilis die en wel zondags alleen hem plechtig om de schouders werd geworpen ter viering van z'n promotie tot jongste-bediende by de heeren Ouwetyd & Kopperlith. Maar aan dit alles dacht hy niet.

Om den linkerarm te gebruiken, die geheel bedekt was, moest men aan die zijde de toga omhoog trekken en over den arm laten hangen, zoodat de hand vrij bleef. De plooien werden met haken en knoopen vastgehouden en versierd met kwastjes, soms met gewichtjes bezwaard om de plooien omlaag te houden. Tolenus, riviertje in het sabijnsche, dat zich in den Avens, een zijtak van den Nar, stort.

Juist....! Cecilius glimlachte vertrouwelijk. Dit was ten minste een ontwikkeld man, deze meneer in zijn niet lange, wel even gevlakte, niet zoo heel blank gevolde toga.... deze Martialis, die "epigrammen" scheen te schrijven, waar je aan dood ging.... Zeker een bekènde dichter in Rome.... En Cecilius, hoewel hij nooit van Martialis gehoord had, waagde: Ik ken u ook.

Vrienden, vrienden, zit toch weêr in Horatiaansche zielerust neêr en laat mij gaan: werkelijk, mij zal niets gebeuren, dan dat ik van daag te veel eten zal, als Domitianus mij voor het avondmaal noodt. En vreest dan nòg niet o vrienden, want ik haal dat morgen dadelijk in: ik eet morgen dan maar nièt, o vrienden! De gasten lachten, verademd. Hermes kwam met de kleine toga.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek