United States or Malaysia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Reeds wilde Cilliers iemand gelasten hem weg te leiden en te doen verzorgen, toen Klaas Labuschagne op hem toetrad met de woorden: »Oom Sarel, Biggar is zoëven met enige Zulu-opperhoofden in het lager aangekomen, en toen hij hoorde dat de Krijgsraad zitting hield, heeft hij verzocht dadelik toegelaten te worden, daar hij zaken van overwegend belang te melden heeft. Wat zal ik hem antwoorden?"

Hij keek haar aan, en toen had ze 'n gevoel, alsof hij heel anders dan de anderen niet hoorde bij de kamerdingen, maar bij 't vrije, luchtige, bij 't licht en den wind en 't ritselige goudbruin van de boomen.... Toen hij op haar toetrad, was 't alsof er nu iets van 't luchte-blauw en boomen-groen, alsof de zomersche natuur zelf tot haar kwam in haar kamerleven.... Doch die vervoerende sensatie bleef maar een oogenblik zoo krachtig....

Een politie-agent hield er het toezicht op, en wanneer hij toetrad, om ze in orde te brengen, floot het publiek hem toe en schreeuwde, "'t Is al goed, 't is al goed!" Voor 't eigenlijke tooneel stemde het orkest zijn instrumenten en preludieerde melodiën. Hierachter bevonden zich de zitplaatsen waarvan de correspondent in zijn brief sprak.

Zij hadden zich, als waren zij bang voor andere menschen, schuchter van de menigte afgezonderd, en leunden tegen een stevige houten kast, een manslengte hoog en even breed en lang. Daar schenen zij op niets acht te geven; en zelfs nu de kornel op hen toetrad, sloegen zij niet eens hun oogen op, dan toen hij vlak voor hen stond, en hen aansprak: "Mooi weer vandaag!

Zijn voorkomen was deftig en statig, en hoogst ernstig. God alleen is groot! zeide hij, zich weder oprichtende. En gezegend zijn zij die Hem dienen! antwoordde de Egyptenaar. Maar zie, daar komt onze tochtgenoot. Hij wees naar het noorden, waar een derde kameel, wit als de hunne, met snellen stap naderde. Zij wachtten, totdat ook hij stilhield, en zijn berijder op hen toetrad.

Haar blik gleed langs de voorwerpen en meubels in het vertrek en bleef toen rusten op de legerstede in den hoek, waar eene tengere vrouwengestalte jammerend overheen lag gebogen. Een wonderzacht licht kwam in Isolde's oogen, toen zij langzaam op het bed toetrad; haar gang was rustig en zeker en haar gelaat glansde van oneindige liefde.