Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Ik heb het oog op verhalen als dat van S. BERNARD en "een bruer in sinte bernardus clooster die altoos gheerne in syn celle alleen was" en die op S. BERNARD'S vraag naar zijne bezigheden antwoordt: "In den eersten heb ic een wilde beeste te temmen... die wilde beeste zijn myn vyf wilde sinnen, die costen my groote arbeydt te temmen."
Of nu dit sout eenig gebruyk in de Medicynen heeft, of hebben kan, dat sou de ervarentheyd moeten leeren, tot nog toe is het my onbekent. Maar ik keer weer tot de Spieren. Het is dan een seer aardig en nut experiment, als men een der grootste Spieren van een Vorsch uit de Dye separeert, en die met syn aanhangende Zenuw prepareert, dat deselve ongekwetst is.
M. A. De hut van een statie moet ock niet hoogh syn, omdat den sneeuw en reegen tegen de kaer jaegt.
M. A. Eenige syn van gevoelen, dat in quaet weer de byen niet veel moeten gevoert worden; sy geven als reden, dat de bye die te sterk gevoert wordt, te veel vlyegt, en dan haer volck verspeeldt, maer ick ben van contrarie gevoelen, dat de bye in quaet weer moet gevoert worden. De reeden is, omdat de byen in quaet weer niet konnen bydraegen om te wercken, en daerom wel moeten onderhouden worden.
Maiombe liet het kint verscheyde dingen leeren, Waer mede dat het mocht syn teere jeught vereeren*, Eerst singen na de kunst, oock springen op de maet, 35 En wat na 's lants gebruyck een vrijster* geestigh staet.
Ten derde is de moer onvrugtbaer, als sy niet en maekt, nogh goede nogh quaede broet. Dese allen worden genoemt quaede moeren. D. Vr. Welck syn de teekens van een quaede moer? M. A. Gy kendt de quaede moeren, ist saeken gy haeren broet observeert.
Krombalch van Alkmaar, geen ouders hebbende, geassisteerd met syn swaager Dirk Jansz. Quitingh, woonende tot Alckmaar, al waar de geboden mede gaan, met Tesselschaa Visschers, out 28 jaaren, geen ouders hebbende, geassisteerd met Truytie Visschers, haar suster, op de Geldersche kai. Tesselscha Roemers Visschers.
Geeft my eenige bemerkingen, aen denwelcke ick den aerdt der byen kennen kan. 1mo. Bemerckt dat de byen syn van verscheyden qualyteyten; men heft boosaerdige byen, dewelcken men nauwelyks kan naederen om te voeren ofte besien sonder sy steken. Dese syn gewoenlyck nerstygh en groeyen wel. Om diese boosaerdigheydt te ontleeren, moet men dese byen dickwyls visiteeren en besien.
Eventwel is het syeker dat sy eenigsins nootsaekelyk syn, want: Deus et natura non frustra operantur, Godt en de natuer stellen niemant teluer. Capittel II. Van den arbeyt der byen. D. Vr. Welk is den arbeyt der byen? M. A. Den eersten arbeyt der byen is raeten maeken, in dewelke sy jonge byen maeken en den honigh inspyen en het blomsel afleggen.
Van de roovers en vyanden der byen. D. Vr. Wat syn roovers?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek