Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Reeds te Marchienne verbijstert u het oorverdoovend geraas van tallooze hamers, nederdalende op ijzeren platen of trillende aambeelden; wij bevinden ons weder in het gebied van den demon des vuurs, aan wien wij te Cuesmes ontsnapt waren, maar die ons nu niet eer zal loslaten voor wij den kring hebben overschreden eener vrij wat meer saamgestelde industrie dan in de Borinage, want bij de exploitatie der steenkolenmijnen komt hier, in het land van Charleroi, de bewerking der metalen en van het glas.
En dit geheimzinnig reusachtig alchimisten-laboratorium is altijd daar en op honderd verschillende plaatsen in functie: op dit kleine plekje gronds telt men niet minder dan tweehonderd steenkolenmijnen, die bijna allen zonder ophouden bewerkt worden en wier onderaardsche gangen en galerijen zich steeds verder uitbreiden duistere katakomben van den arbeid, gevuld met menschen-beenderen.
Verder op, naar den kant van Charleroi, dien anderen krater, die onophoudelijk een vlammenden stroom van kool en ijzer uitbraakt, vindt men nevens de steenkolenmijnen, ook pletterijen en glasblazerijen; maar hier heerscht de kolenindustrie alleen en onverdeeld, in geheel de landstreek, onder den naam van de Borinage bekend.
Sinds dit oogenblik is de burcht der Walerams, eenmaal de zetel van zooveel roem en glorie geworden de Ruïne, toegankelijk voor iedereen, die zich wil verlustigen in het prachtig panorama, den oneindigen cirkel waarvan het aan den voet gelegen Valkenburg het middelpunt is; daaromheen aan de eene zijde blonde graanvelden met groene weiden, waartusschen als een zilveren streep de Geul zich slingert in kronkelende bochten; verder het kerktorentje van Houthem, goud geschubd in de zon, kleiner, smaller, door verren afstand, het torentje van Meerssen, en daar achter, aan den horizont, de heuvelenrei aan gene zijde van de Maas, reeds op Belgisch grondgebied; aan den anderen kant het prachtig monumentaal Jezuitenklooster aan den zoom van een bosch; daarboven de Heihof, grenzend aan den Lommersberg, waar eenmaal de Bokkenrijders, de roovers, die in het laatst der achttiende eeuw het Zuidelijk Limburg zoo zeer geteisterd hebben, zijn opgehangen, geradbraakt en gevierendeeld, wijder nog de kerktorentjes van Hulsberg en Klimmen, terwijl heel, heel ver de in de lucht in dunne ijle wolkjes opstijgende rook uit de schoorsteenen der steenkolenmijnen van Heerlen; ter rechterzijde de kasteelen Oost en Schaloen, aan den voet van den Schaesberg, op welks top de kluis van den heremiet en het eenvoudig kapelletje, als bedehuis voor de geloovigen; een weinig verder de rotsen met nauw lage holopeningen, waar in vroeger eeuwen, volgens overlevering, de kaboutermannekens hebben verblijf gehouden, en overal rondom, zoover het oog reikt prachtige natuurtafereelen van bosschen en velden van bergen en dalen, waarin dorpjes, torentjes en nietige huisjes als van een speeldoos.
Wel heeft men steenkolenmijnen ontdekt, maar die steenkool is ook verre van goedkoop; en het is der moeite niet waard, de steenen in de zon te laten drogen, want de gekneede leem doet voor zulke steenen niet veel in stevigheid onder. Daarom is het niet waarschijnlijk dat de inboorlingen zeer spoedig het voorbeeld der Russen zullen volgen, die bij voorkeur gedroogde steenen gebruiken.
Binche, de vroolijke bakermat dier Gilles, die een zoo voorname rol spelen in het beroemde karnaval der stad; Binche heeft steenkolenmijnen en glasblazerijen, wier geraas evenwel de stilte en rust van het landschap niet al te zeer verbreekt.
Zeer rijk aan steenkolenmijnen zijn België, Engeland, Westphalen, de Vereenigde Staten, Rusland en China . Het steenkolengebied strekt zich uit over meer dan een derde deel van Europeesch Rusland. Wanneer de steenkoollagen aan de oppervlakte van den bodem grenzen, dan strekken zij zich daarom nog niet over eene groote oppervlakte uit, maar dalen zij wel tot op zekere diepte naar beneden.
Zoodra ik mij bekend maakte als zijn neef, vloog en boog alles voor mij in het logement; de ijzerkooper bezat tin- en steenkolenmijnen in eigendom, en hield jaarlijks honderden werklieden aan den arbeid, dien hij ruim beloonde; om niet van het groot aantal opzichters, bestuurders, klerken en andere beambten te spreken, die hij in zijn dienst had, om zijne uitgebreide zaken te beheeren.
Verder op, naar den kant van Charleroi, dien anderen krater, die onophoudelijk een vlammenden stroom van kool en ijzer uitbraakt, vindt men nevens de steenkolenmijnen, ook pletterijen en glasblazerijen; maar hier heerscht de kolenindustrie alleen en onverdeeld, in geheel de landstreek, onder den naam van de Borinage bekend.
Corphalie, Flône, Engis kleuren achtereenvolgens den horizon met hun rooden gloed; verder gapen de brandende purperroode muilen van de glasblazerijen en steenkolenmijnen in den Val Saint-Bénoit; eindelijk begroet u Seraing met den ratelenden donder en de vlammende bliksemvuren zijner pletterijen en hoogovens: een gordel van vuur omknelt de rivier; het is u als stondt ge te midden van een vlammen brakenden vulkaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek